Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 9
(1991)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermdUit de Zuidelijke AfdelingSedert het bericht in de vorige aflevering van ons onvolprezen Nieuw Letterkundig Magazijn heeft de Zuidelijke Afdeling drie werkvergaderingen belegd. Zoals steeds genoot zij daarvoor de gastvrijheid van het Kanunnikenhuis aan de Grote Gracht te Maastricht, waar de Rijkshogeschool Opleiding Tolk-Vertaler gevestigd is. De opkomst van de leden was doorgaans niet overweldigend; deze bedroeg hooguit tien procent van de ruim tweehonderd leden van de Maatschappij die binnen het werkgebied van de Zuidelijke Afdeling wonen. Het bestuur van de Zuidelijke Afdeling kan zich weliswaar troosten met de gedachte dat de opkomst bij landelijke activiteiten van de Maatschappij, zoals de jaarvergadering, verhoudingsgewijs zeker niet groter is. Maar deze troost is slechts van tijdelijke aard; zij wordt overschaduwd door de compassie van het bestuur met al die andere leden die niet weten wat zij zichzelve onthouden. Want dat de werkvergaderingen van de Zuidelijke Afdeling tegelijk leerzaam en aangenaam zijn, is de ervaring van vrijwel alle regelmatige bezoekers. Op zaterdag 8 juni 1991 konden die regelmatige bezoekers van gedachten wisselen met ons lid dr. Cornelis Verhoeven, die een inleiding verzorgde rond zijn recentelijk in de reeks ‘Ambo-Wijsgerig’ verschenen boek Het besef. Woorden voor denken en zeggen (Baarn 1991). Hij ging daarbij met name in op de metaforiek in woorden voor denken en zeggen in de omgangstaal, omdat in die taal, anders dan in ‘geleerde’ taal, het constructieve element in het denken meer in het midden wordt gelaten of zelfs afwezig lijkt te zijn. De inleiding gaf aanleiding tot een boeiende discussie. In de werkvergadering van zaterdag 28 september verkende de taalkundige dr. Jacques Arends een door vele leden nog niet eerder betreden terrein met een inleiding over bronnen voor de geschiedenis van het Surinaams Creools. Hij kon daarbij voortbouwen op zijn Nijmeegse dissertatie Syntactic Developments in Sranan: Creolization as a Gradual Process uit 1989. Dr. Arends gaf eerst een overzicht van de externe geschiedenis van het Surinaams Creools tegen de achter- | |
[pagina 33]
| |
grond van de geschiedenis van het land zelf en van de uiteenlopende talen die als brontaal voor het Sranan gediend hebben. Vervolgens besprak hij de literaire bronnen voor de interne geschiedenis van het Surinaams, te beginnen bij de Beschrijvinge van de volksplantinge Zuriname van J.D. Herlein uit 1718. Deze bespreking werd met een aantal teksten geïllustreerd. De laatste werkvergadering van 1991 werd gehouden op zaterdag 16 november. Ons lid dr. Harry G.M. Prick vroeg in die vergadering aandacht voor de contacten van de scheikundige Johannes Jacobus van Laar (1860-1938) met de Tachtigers. Van Laar is zich eerst na 1900 gaan ontplooien tot de grote wetenschapper die hij in de ogen van zijn vakgenoten, maar zeer nadrukkelijk ook in zijn eigen ogen was. Toen de Rijksuniversiteit Groningen hem in 1914 een doctoraat honoris causa verleende, meende Van Laar zelf dat men met dit eerbetoon aan de late kant was, en toen hij zich in 1926 verbaasde over het uitblijven van een koninklijke onderscheiding, schroomde hij niet de Minister van Onderwijs te vragen of deze hem wellicht, bij het opstellen van de aanbevelingen, over het hoofd had gezien! In zijn jonge jaren onderhield Van Laar een ijverige, door dezen nog al eens als opdringerig ervaren, briefwisseling met enkele Tachtigers, onder wie Van Deyssel en Kloos. Deze briefwisseling werd door de spreker in een precieuze causerie nader belicht. Op zaterdag 22 februari 1992 zal te Maastricht de vierde jaarvergadering van de Zuidelijke Afdeling plaatsvinden. Tijdens het openbare gedeelte zal dan ons lid dr. Jan Goossens, hoogleraar te Leuven en Münster, het woord voeren over onlangs in de Bayerische Staatsbibliothek te München ontdekte handschriftfragmenten van de Servaaslegende van Heinric van Veldeken.
Peter J.A. Nissen, secretaris |
|