Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 9
(1991)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
Uit de Zuidelijke AfdelingSinds het verschijnen van de vorige aflevering van het Nieuw Letterkundig Magazijn heeft de Zuidelijke Afdeling weer twee bijeenkomsten belegd. De eerste was een werkvergadering op zaterdag 26 januari 1991. Tijdens die vergadering sprak de voorzitter van de afdeling, dr. Wiel Kusters, over de novelle Vallende ster van J. Bernlef. In deze novelle uit 1989 roept Bernlef de innerlijke wereld van een stervende op. In die desintegrerende gedachtenwereld doemt het beeld op van een autistische broer. Wiel Kusters werkte vooral de rol van het autisme in de novelle uit en zocht naar het autistische karakter van literatuur als zodanig. Een op zijn voordracht gebaseerd artikel is inmiddels verschenen in de eerste aflevering van het nieuwe Tijdschrift voor geneeskunde en ethiek. Op de buitengewoon zonnige zaterdag 13 april 1991 vond de derde jaarvergadering van de Zuidelijke Afdeling plaats. De eerste twee jaarvergaderingen van de afdeling waren telkens in januari gehouden. Maar artikel 2 van het Huishoudelijk Reglement van de Zuidelijke Afdeling biedt de mogelijkheid de jaarvergadering ook op een later tijdstip in het jaar te houden. En het bestuur heeft dit jaar van deze mogelijkheid gebruik gemaakt omdat de beoogde gastspreker gedurende de eerste maanden van het jaar in het buitenland vertoefde. De jaarvergadering werd deze keer geopend met een voordracht van de penningmeester, de dichter Leo Herberghs, onder de titel ‘Lof van de langzaamheid’. Tijdens het huishoudelijk gedeelte werden de jaarverslagen van secretaris en penningmeester over 1990 goedgekeurd. Vervolgens werden de data van de volgende werkvergaderingen vastgesteld (de zaterdagen 8 juni, 28 september en 16 november) en werden suggesties ingezameld voor sprekers en onderwerpen. Ook werd van gedachten gewisseld over andere in de loop van 1991 door de Zuidelijke Afdeling te ontplooien activiteiten. De leden in het werkgebied van de afdeling zullen daarover te zijner tijd nader worden ingelicht. Na een koffiepauze was tijdens het openbare gedeelte van de jaarvergadering het woord aan de gastspreker, de cultureel antropoloog prof. dr. Anton Blok, die leden en belangstellenden een voorproefje gaf van zijn in de loop van 1991 bij uitgeverij Prometheus te verschijnen boek De Bokkerijders. Roversbenden en geheime genootschappen in de Landen van Overmaas (1730-1774). In zijn voordracht, die door een levendige discussie gevolgd werd, ging hij vooral in op de vraag naar de identiteit van de rovers die tussen ongeveer 1730 en 1770 in het huidige Zuid- en Midden-Limburg vele kerken, pastorieën, boerenhoeven, winkels en woonhuizen overvielen. Over die identiteit is in de voornamelijk regionale literatuur een bepaald beeld ontstaan, dat om toetsing aan de hand van de bronnen vroeg. Dr. Blok heeft die toetsing in zijn uitgebreide onderzoek opgenomen en kon concluderen dat, in tegenstelling tot wat het gangbare beeld leert, de meeste berechte bendeleden geen allochtonen waren en ook geen militaire achtergrond hadden. Zij kwamen uit de streek zelf en hadden doorgaans beroepen waarin mobiliteit een grote rol speelde. Dr. Blok reveleerde nog meer interessante gegevens uit de collectieve biografie die hij van zo'n zeshonderd aangeklaagden heeft samengesteld. Met spanning wordt inmiddels uitgezien naar zijn boek.
Peter J.A. Nissen, secretaris |
|