gadergedeelte werd de Zuidelijke Afdeling door de voorzitter van de Maatschappij, dr Hans Heestermans, geïnstalleerd. Hij prees de voortvarendheid waarmee het voorlopig bestuur de oprichting had voorbereid en het kon dan ook niet uitblijven dat de leden van dit bestuur bij acclamatie voor een eerste zittingstermijn van vier jaar in hun ambt werden bevestigd. Voorts werden het Huishoudelijk Reglement en de begroting voor 1989 goedgekeurd en werden de data van de werkvergaderingen vastgesteld.
Na een pauze, waarin de leden zich niet alleen konden laven aan koffie maar ook - hoe kan het anders - konden genieten van Limburgse vlaai, vond het openbare gedeelte plaats, waarvoor zoveel belangstellenden waren opgekomen dat de Spiegelzaal bijna uit haar antieke voegen barstte. De gastspreker was dr Harry G.M. Prick, die onlangs afscheid heeft genomen als conservator van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag. Hij hield een sprankelende voordracht over ‘Werken aan Frans Erens: winst en verlies’. Centraal daarin stond Erens' autobiografische geschrift Vervlogen jaren, waarvan de spreker reeds in 1958 een uitgave bezorgde en waarvan hij nu, dertig jaar later, voor de reeks Privé-Domein van De Arbeiderspers een ingrijpend herziene editie heeft mogen voltooien. De voordracht van dr Prick zal in enigszins bewerkte vorm in het april-nummer van het tijdschrift Maatstaf verschijnen.
Na de buitengewoon geslaagde oprichtingsvergadering heeft de Zuidelijke Afdeling haar werkzaamheden welgemoed voortgezet. Op vrijdag 3 maart was zij betrokken bij de presentatie van de door G.A. van Oorschot in twee delen uitgegeven Brieven 1931-1969 van Jan Hanlo. Deze presentatie vond plaats in de Redoute van de Stadsschouwburg van Maastricht. Afdelingsvoorzitter Wiel Kusters voerde een gesprek met de drie bezorgers van de brieveneditie, Erica Stigter, K. Schippers en Ser J.L. Prop. Vervolgens bracht J. Bernlef de schrijver en de mens Hanlo in herinnering, zoals hij in zijn brieven en ander werk naar voren komt, maar ook zoals hij hem zelf als medewerker van Barbarber heeft gekend. Ten slotte bood uitgever Wouter van Oorschot, wiens vader reeds tijdens de koffietafel na de uitvaart van Hanlo het plan voor een brieveneditie te berde had gebracht, het eerste exemplaar aan aan Barbara Hanlo, een achternicht van de schrijver.
Op zaterdag 1 april sprak dr Nop Maas tijdens de werkvergadering over ‘De “excentrieke” ideeën van Carel Vosmaer’. Op 20 mei zal dr P.J. Buijnsters spreken over ‘Literatuur en bibliofilie’, op 23 september dr J.R. Smeets over ‘De “Chevalerie de Judas Machabe” van Gautier de Belleporche’ en op 25 november dr J.J. de Jong over een geschiedkundig thema.
dr Peter J.A. Nissen
Voor inlichtingen omtrent de Zuidelijke Afdeling kan men zich voorlopig - in afwachting van een postbus te Maastricht - wenden tot de secretaris, Oogstweg 13, 6418 JD Heerlen, telefoon 045-422437.