Toespraak bij de uitreiking van de Van der Hoogt-prijs 1987 aan Rogi Wieg
Dames en heren,
Willem Frederik Hermans vindt de Franse woordenboeken beter dan de Nederlandse. In minstens één opzicht zou hij gelijk kunnen hebben. Neem een Frans woordenboek, bij voorbeeld de Petit Robert, en u ziet net verschil. Bij elk woord wordt rijkelijk geciteerd uit het werk van de grote Franse schrijvers: Hugo, Zola, Molière, Apollinaire. Neem een willekeurig Nederlands woordenboek en al dat fraais wordt u onthouden. De Grote van Dale komt niet veel verder dan: O, dacht ik, o dat daar mijn moeder voer, en: Ik ging naar Bommel om de brug te zien, en: Om mijn oud woonhuis peppels staan, en: Laten wij maar zacht zijn voor elkander, kind. Voor deze tekortkomingen kunnen drie oorzaken verantwoordelijk zijn.
Ten eerste: de Nederlandse schrijvers zijn niet zo goed als de Franse en dus acht de Nederlandse lexicograaf het niet de moeite uit dat werk te citeren. Deze mogelijkheid moeten wij verwerpen. Er zullen weliswaar in Frankrijk meer goede schrijvers zijn dan hier, maar Nederland kent er genoeg om een woordenboek aardig mee op te sieren.
Een tweede oorzaak zou kunnen zijn: de Nederlandse woordenboekmaker is minder literair geïnteresseerd dan zijn Franse collega. Hij is daardoor ook minder genegen om uit het werk van dichters en schrijvers de pareltjes bijeen te zamelen die zijn woordenboek leesbaar moeten maken. Dat is niet geheel en al onmogelijk. Toch acht ik de derde mogelijkheid de waarschijnlijkste. De Nederlandse schrijver formuleert niet zo beknopt. Hij biedt de lexicograaf niet een fraaie, aforistische uitspraak op een presenteerblaadje aan.
Daarom ben ik blij met de gedichten van Rogi Wieg. In bijna elk gedicht is iets te vinden dat de moeite van het citeren in een woordenboek waard is. Bij ‘jongeman’ zou kunnen worden opgenomen:
Ik heb te weinig voortgebracht
alleen een jongeman met vage wijsheid, heel verwarde
Bij ‘glimlach’:
men in je glimlach hoe men ooit je mooie ogen
Bij ‘liefhebben’:
als ik oud zal zijn, heb ik je nog altijd lief
met het teveel dat je van me bent.
En bij ‘gedicht’:
ik begon ooit een gedicht
maar mijn liefde kwam ertussen.
Als schrijver van woordenboeken dank ik Rogi Wieg. Als voorzitter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde wens ik hem geluk met de Van der Hoogt-prijs.
dr. H. Heestermans
(foto: Photo design Kempes - Zaandam)