De vergadering volgt het advies van de Commissie voor schone letteren (11) de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1987 toe te kennen aan de dichter Rogi Wieg voor zijn bundel Toverdraad van dagverdrijf. De voorzitter dankt de Commissie voor haar werkzaamheden.
De voorzitter doet mededeling van het besluit van het bestuur de Henriette Roland Holst-prijs 1987 toe te kennen aan J.H. Donner. Hij dankt de Commissie van voordracht bestaande uit de heren dr. Theun de Vries (voorzitter), M. van Amerongen en P.A.W. van Zonneveld.
De Commissie voor de stemopneming bestond dit jaar uit de heren J.J.M. van Gent en L.L. van Maris. De laatste leest het ondertekende protocol (13) voor waaruit blijkt dat er 259 geldige stemformulieren zijn ingeleverd, waardoor de kiesdeler op 51,8 wordt gebracht. Het aantal gekozenen bedraagt 35. Mevrouw Esther de Koning maakt vervolgens de namen van de gekozenen in alfabetische volgorde bekend. Het zijn: J. Biezen, dr. W. Blockmans, dr. J.L. Blussé van Oud Alblas, dr. G. Booij, dr. J. Brugman, R.A. Cornets de Groot, dr. C.A. Davids, dr. A.M.M. Dekker, dr. H. Ester, E. Francken, dr. G. Groenhuis, dr. J.D.F. van Halsema, dr. A. Hamilton, M. van Hattum, S.S. Hesselink, dr. H. Hulshof, J.L. Israel, dr. J. Lechner, N.M.A. ter Linden, R.C.J. van Maanen, dr. H. Niebaum, dr. J.D. Noordam, mw. dr. H.M. Roos, N. Scheepmaker, dr. G.H. ter Schegget, mr. T.N. Schelhaas, dr. A.J.M. van Seggelen, dr. M. de Smedt, C.A.J. Thomassen, P. Valkema Blouw, P.F. Vincent, mw. W.B. de Vries-Schenkeveld, dr. J. van Weringh, W. Wilmink en A.T. Zuiderent.
In aansluiting hierop deelt de stemcommissie mee dat in het bestuur met grote meerderheid de a-kandidaten (14) zijn gekozen, te weten mw. dr. M.B. Smits-Veldt en dr. R.Th. van der Paardt. De voorzitter heet hen welkom en dankt de aftredende bestuursleden voor het vele werk dat zij voor de Maatschappij hebben verricht. Adriaan van Dis heeft zich met name ingezet als vertegenwoordiger van de schone letteren. De prijsuitreikingen die hij als voorzitter van de gelijknamige Commissie heeft georganiseerd zullen velen zich nog met plezier herinneren. In de bestuursvergaderingen getuigden zijn ideeën vaak van een grote originaliteit. H. Duits heeft zich onlangs bijzonder onderscheiden als secretaris van het Comité Constantijn Huygens-herdenking 1987. De voorzitter vestigt er de aandacht op dat hij vóór zijn bestuurslidmaatschap van de Maatschappij ook al nauw betrokken is geweest bij het organiseren van de Hooft-herdenking. De vergadering ondersteunt de woorden van de voorzitter met een welgemeend applaus.
De vergadering maakt vervolgens het bestuursvoorstel (15) bekend om oud-penningmeester, oud-voorzitter en oud-secretaris R. Visser te benoemen tot erelid. Dr. R.Th. van der Paardt spreekt de laudatio uit. Een warm en lang aanhoudend applaus maakt duidelijk dat de vergadering enthousiast instemt met het voorstel en de heer Visser wordt derhalve benoemd tot erelid.
De voorzitter stelt punt 16 van de agenda aan de orde en stelt namens het bestuur voor dr. H. Heestermans tot voorzitter te benoemen. Bij acclamatie gaat de vergadering met dit voorstel accoord. De ondervoorzitter, de heer Van Zonneveld, vraagt vervolgens het woord en dankt de heer Wesseling voor de bijzondere wijze waarop hij de afgelopen drie jaar het voorzitterschap van de Maatschappij heeft vervuld. Het was steeds een genoegen onder zijn leiding te vergaderen, enerzijds doordat hij steeds blijk gaf van een scherp oordeel en de grote lijn nooit uit het oog verloor, anderzijds door zijn gevoel voor humor en zijn vermogen tot relativeren. De vergadering stemt van harte met deze woorden in.
Onder punt 17 van de agenda wordt bekend gemaakt dat blijkens de stembiljetten dr. W. Backhuys is benoemd tot lid van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde en dr. V.A. February tot lid van de Commissie voor Zuid-Afrika.
In de rondvraag (18) spreekt de heer Kortenhorst er zijn teleurstelling over uit dat de Maatschappij geen rol heeft gespeeld in de Multatuli-herdenking. De voorzitter antwoordt dat er al een groot aantal activiteiten gepland was ter herdenking van Multatuli. Bovendien is de Maatschappij beperkt in haar financiële middelen. Daarom heeft het bestuur gemeend zich te moeten richten op de herdenking van Huygens, waarvoor elders nog geen plannen bestonden. De heer Van Zonneveld deelt in aansluiting daarop mee dat de Werkgroep 19e eeuw aan het eind van 1987 een klein symposium zal wijden aan Multatuli.
De heer Reeser vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de Contactcommissie voor België. De heer Van Vliet antwoordt dat de zaak zijn voortdurende aandacht heeft. Er wordt naar gestreefd om tot een Belgische Afdeling te komen.
Het openbare gedeelte vindt 's middags plaats in het Klein Auditorium van het Academiegebouw. De Henriette Roland Holst-prijs, toegekend aan J.H. Donner, wordt in verband met de gezondheidstoestand van de laureaat in ontvangst genomen door mevrouw Donner. De heer P.A.W. van Zonneveld, lid van de Commissie van voordracht, leest het rapport van de Commissie voor. Voorzitter Wesseling reikt vervolgens de prijs uit en mevrouw Donner leest een door haar man geschreven dankwoord voor.
De lezingen zijn dit jaar gewijd aan het Nederlands in het buitenland. Onder voorzitterschap van dr. H. Heestermans wordt geluisterd naar en gediscussieerd met G.A.T. Koefoed (Nederlands in Suriname), dr. P.C. Paardekooper (Nederlands in Zuid-Afrika) en dr. J.W. de Vries (Nederlands in Indonesië).
Na een vaak zeer geanimeerde discussie dankt de voorzitter met name de sprekers voor hun bijdragen en sluit de vergadering.