De opstand van Guadalajara, het laatste prozawerk van Slauerhoff (Samenvatting)
De korte roman of novelle De opstand van Guadalajara verscheen in 1937, een jaar na Slauerhoffs overlijden. Het valt op dat de meeste recensenten van de novelle de nadruk legden op het satirische karakter ervan. Men zou daaraan kunnen toevoegen dat Slauerhoff in zijn verhalen niet eerder zo satirisch te werk is gegaan.
Al in 1933 was Slauerhoff aan de novelle begonnen. Het is bekend dat hij veel gegevens heeft ontleend aan een artikel over een reis door Columbia uit De aarde en haar volken en dat hij beïvloed werd door La sombra del caudillo van Martín Luis Guzmán. Eveneens in 1933 rijpte in hem het plan om de laatstgenoemde roman te vertalen. Waarschijnlijk is hij er pas eind 1935 daadwerkelijk mee begonnen, samen met G.J. Geers. De vertaling verscheen in hetzelfde jaar als de novelle, in 1937, onder de titel In de schaduw van den leider.
1933 was ook het jaar van Hitlers greep naar de macht. Volgens K. Lekkerkerker is de keuze van het onderwerp van De opstand mede beïnvloed door de politieke gebeurtenissen in dat jaar.
In 1933 was Slauerhoffs voornaamste literaire bezigheid echter zijn werken aan Het leven op aarde. Toen nog zag hij deze roman als het tweede deel van een trilogie. Het eerste deel had hij al in 1932 gepubliceerd, onder de titel Het verboden rijk. Aan het derde deel is hij echter nooit toegekomen, volgens Terborgh omdat hij ‘zich voor de uitwerking ervan nog niet rijp [achtte]’ (Slauerhoff. Herinneringen en brieven. 's-Gravenhage 1949, p. 41). In Het China van Slauerhoff. Aantekeningen en ontwerpen voor de Cameron-romans (verzorgd door W. Blok en K. Lekkerkerker, in de serie Achter het boek, XXI (1985)) is de inhoud van dit derde deel in grote lijnen gereconstrueerd uit Slauerhoffs nagelaten papieren. In het tweede en derde deel is invloed aanwijsbaar van boeddhistisch gedachtengoed en van het Chinese wijsheidsboek I Tsjing. Aan, het slot had Cameron iets moeten ervaren dat men het nirvana mag noemen: hij bereikt een volstrekt innerlijk evenwicht.
De vraag doet zich dan ook voor, of het schrijven van De opstand van Guadalajara niet ook enigerlei relatie heeft met deze onvoltooide trilogie. Slauerhoff heeft deze novelle immers geschreven in plaats van het derde deel.
Deze relaties zijn er inderdaad. In de trilogie en in De opstand speelt een verre bergtop een overeenkomstige rol. Ook het verblijf in het bergland heeft een vergelijkbare functie voor de hoofdfiguur. Belangrijker is het dat het sterk satirische karakter van de novelle verklaard lijkt te kunnen worden uit overwegingen die bij Slauerhoff zijn opgekomen op grond van zijn lectuur ten behoeve van de trilogie. Vooral blijkens de aantekeningen die hij in 1933 (alweer) heeft gemaakt bij de roman van A. Döblin Die drei Sprünge des Wang-lun,