foto: A.J. Korteweg
in op het probleem van de ‘ontlening’. Een schrijver kan straffeloos verhaalstof ontlenen aan de eigen fantasie, de eigen ervaring, de geschiedenis en de klassieke literatuur, maar gebruikt hij de niet-klassieke literatuur als bron dan is dat hachelijker omdat hij dan de verdenking van plagiaat op zich ‘trekt’. Even dachten de toehoorders dat Rosenboom inging op de kritische kanttekening (naast alle lof) van de jury dat hij een ‘te gretige lust tot imiteren’ zou hebben; maar dit was schijn. Rosenboom lanceerde een nieuw plan waarmee hij de kwestie van plagiaat origineel benaderde. Hij stelde een scheiding voor tussen literair componeren en literair uitvoeren. Schrijvers die vooral met een uitvoerend talent zijn gezegend zouden in eer en geweten een roman-idee kunnen kopen bij een soort Buma-Stemra kantoor.
Het dankwoord zal als Voor het verstand, om mee te spelen, in De Revisor en in het jaarboek van de Maatschappij verschijnen.
Vice-voorzitter R. van der Paardt overhandigde de bekroonde oorkonde, legpenning en enveloppe. Het was de laatste keer dat de Van der Hoogt-prijs duizend gulden bedroeg, volgend jaar zal de enveloppe drie maal zwaarder zijn.
A. van Dis