Behalve moderne catalogi en bibliografieën zijn er ook nog de bibliografische inlichtingenbronnen uit de tijd zelf. Vaak worden ze vergeten en een goede studie over hun vindplaatsen, waarde en gebruiksmogelijkheden voor Nederlandse boeken bestaat niet. De eerste aparte krantenadvertenties voor nieuwe boeken verschenen in 1624 en vanaf dat jaar moet de onderzoeker dus kranten lezen. Het valt echter niet mee om ze in handen te krijgen, want er is geen bibliografie van Nederlandse kranten uit de jaren 1670-1830. De vele fonds-, magazijn- en veilingcatalogi kunnen ook goede diensten bewijzen, maar ook hiervan ontbreekt een enigszins volledige lijst. Wie niet alleen wil weten welke Nederlandstalige romans er bewaard zijn gebleven, maar ook welke er allemaal zijn verschenen, moet deze bronnen excerperen. Ook voor het vaststellen van de plaats en het jaar van uitgave, mogelijk zelfs van de boekverkoper (de ‘uitgever’ avant-la-lettre), zijn advertenties en eigentijdse catalogi onmisbaar.
Omdat het enig bekende exemplaar in één band zit met een uitgaafje van Timotheus ten Hoorn, ligt het voor de hand om alle fondslijstjes van deze Amsterdamse boekverkoper door te lezen. Juist hij vermeldde op de resterende pagina's van zijn boeken vaak de titels van zijn andere uitgaven. Een Nederlandstalige roman als De Galante Juffers past ook heel goed in zijn fonds. Helaas trof ik deze titel niet in zijn fondslijstjes aan. Dan maar zoeken in de magazijncatalogi, de soms heel omvangrijke voorraadcatalogi van boekverkopers, waarin de titels geordend zijn naar taal en naar zeventiende-eeuws wetenschapsgebied.
Eén van de grote boekverkopers in het laatste kwart van de zeventiende eeuw was de firma van Janssonius van Waesberge. Joannes (II) was in deze jaren werkzaam als boekverkoper (tevens uitgever) te Amsterdam, terwijl zijn broer Gilles de leiding had over de vestiging in Dantzig. In het Algemeen Rijksarchief is een prachtige reeks magazijncatalogi bewaard gebleven van deze firma met een impressum uit Dantzig. Het is denkbaar, dat er ook exemplaren zijn (geweest) met een Amsterdams impressum. De ‘hoofd’-catalogus verscheen in 1679, terwijl al in 1680 een eerste vervolg werd uitgegeven: 72 bladzijden met ongeveer 1440 titels. In 1682 verscheen het tweede vervolg met circa 2480 nieuwe boeken. In het tiende vervolg, uitgegeven in 1706 in Dantzig op kosten van Aegidius (= Gilles) Janssonius van Waesberge, staat op fol. K5verso een beschrijving van onze roman met het impressum: Amsterdam 1685. In hetzelfde jaar als het Franse origineel is dus ook een Nederlandse vertaling verschenen. Ik weet niet of deze vertaling ooit herdrukt is. Natuurlijk mogen we nu niet concluderen, dat het drukwerkje in de bibliotheek van de Maatschappij een exemplaar is van de editie Amsterdam 1685. Eerst moet onderzoek gedaan worden naar de publikatiegeschiedenis van deze tekst. De bibliografen, die de Nederlandse romans uit deze periode beschrijven, zullen ook de fondslijstjes doorlezen en registreren. Het is duidelijk, dat we die bronnen hard nodig zullen hebben voor de identificatie van onvolledige exemplaren en voor de reconstructie van het aanbod van romans in een bepaalde periode. Hopelijk vinden ze op die wijze ook nog eens de boekverkoper-uitgever van het boekje in de Leidse bibliotheek. De Galante Juffers zullen hun geheimen niet gemakkelijk prijs geven, maar ze leven nu tenminste in de goede, dat is de zeventiende eeuw.
B. van Selm