krijgt, of is Argus u onbekend? Dat zal wel. Even introduceren: dat lommerrijke boekje waarin enkele door de literatuur getekende mannen oorlogje voeren tegen zichzelf en anderen. Hun grootste probleem is de periodiciteit. Leest u de afrekeningen met Denoo? Tiens: daar verzorgt Alstein telkenmale enkele boeiende bladspiegels. Tiens: daar hokt Roger Vanbrabant, de man die geen tijd had om (zoals stellig beloofd) een zeer goed gedocumenteerde bijdrage omtrent Gaston van Camp voor Yang 99 te schrijven maar wél de gelegenheid vond even mijn jeugdliteratuurrubriek in Kreatief op de korzelige korrel te nemen.
Het bericht bereikt me dat Alstein De stiftenridder, mijn debuutroman, niet slecht vindt. Nooit iets van Alstein over De stiftenridder gelezen. Geen tijd: ‘open brieven’ te schrijven, stille generaties op te trommelen. Overigens was in die tijd Denoo voor Alstein een totaal onbekende. Doodzwijgen dus. Hij woont ver genoeg. Ongevaarlijk. Tot de Yangprijs moest worden beslist. Hé!
Vlaanderen houdt zijn zonen dus stevig altegader. De één leeft van de pen (o ja, Alstein? Is dat wel zo?), de ander soms ook. Ze maken samen lange, stille, gezonde wandelingen en beschrijven naderhand mekaars werk. Ze lezen elkaars boeken milieuvriendelijk en andermans boeken in één slechte, onwelriekende adem. Ze schrijven een ‘Open Brief’. Ze schrijven vervelende boeken. Kijk: ze worden boos. Nederlanders blijken hun werken niet te kennen. Toch beweren ze van zichzelf dat ze het ‘métier’ beheersen. Ze schrijven over schrijven. Stil? Alstein? Boeiend? Bekwaam? Kruistochtje spelen. Lansen breken voor wie binnen een straal van dertig kilometer woont. Ellenlange jeremiades over miskenning. Zich gesterkt voelen. Even aanvallen. Even de Vlaamsche wraak beoefenen.
‘Benieuwd of Denoo dàt zal overleven!’ (Stil Generatiegelach) Een stem: ‘En of! Deze jongeling met het woedende uiterlijk versaagt nooit! Hij is nu alweer op zoek naar een duizelingwekkend aantal clichés en een resem taalfouten om nóg maar eens een boekje mee in te vullen. Hij zal de structuur ervan zo rommelig maken dat het niet meer om over naar Alstein te schrijven is.’
Een andere stem: ‘Vertrekt hij nu werkelijk niet naar Amerika?’
joris denoo