principes steeds consequent doorgezet. Totdat dit niet langer ging. Na de ‘uitburgering’ van Wolf Biermann was zijn situatie in de DDR nog moeilijker geworden. In het najaar van 1979 werd het duidelijk dat hij er beter aan deed - met toestemming van de autoriteiten en met een DDR-pas - de republiek zo gauw mogelijk te verlaten. Hij vestigde zich toen in de Bondsrepubliek.
Een beeld van zijn laatste tijd in Oost-Duitsland en de eerste in het Westen krijgt men in de in het najaar van 1980 verschenen dichtbundel ‘Abtötungsverfahren’. Daarin zijn voor een deel gedichten opgenomen, die in de DDR zijn ontstaan, maar ook andere, die in het Westen werden geschreven. In deze bundel wordt een heel stuk biografie uit de laatste jaren verduidelijkt. Uit deze gedichten kan men goed aflezen hoe het hem is vergaan en hoe hij zich heeft gevoeld. Ook hoe het hem nu gaat, tamelijk concreet zelfs. Deze voor een deel heel duidelijke gedichten kregen in de Bondsrepubliek de welverdiende belangstelling.
Ook in zijn korte proza, vooral in zijn zojuist verschenen bundel ‘Verspätete Monologe’ is er steeds weer sprake van Kunerts somber geworden toekomstvisie. Het korte proza van deze auteur is overigens steeds heel boeiend. In 1980 verscheen in Nederland de verzamelbundel ‘Dagdromen in Berlijn, Amsterdam en elders’ (Meulenhoff). Daarin werden o.a. dagdromen opgenomen, die heel verschillend zijn van aard: van short- en shortest stories tot impressies, meditaties, reflexies, overpeinzingen over alle mogelijke dingen en ook verklaringen aan hem zelf. Door de vorm van het kleine proza zijn ze allemaal begrensd, maar onderling is de schrijfwijze zeer verschillend. Behalve de korte prozateksten werden voor deze Kunert-reader ook andere bijdragen gekozen: herinneringen aan zijn vaderstad Berlijn, een reis door Nederland, reisverslagen en het hoorspel ‘Mettertijd een vuur’.
Het woord als zodanig speelt bij Kunert steeds een grote rol. Natuurlijk heeft hij ook een boodschap, die hij niet helemaal onder woorden kan brengen, maar hij kan of wil die toch niet brengen zonder zich op het woord te baseren. Günter Kunert gelooft dat de taal als zodanig in gevaar is. De betekenis van woorden gaat steeds meer vervagen, en zelfs binnen de nationale talen kunnen begrippen zeer sterk verschillen. Kunert hoopt dat poëzie ertoe kan bijdragen een