Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 32(1979)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 760] [p. 760] Lenze L. Bouwers Drie gedichten mei bomen staan in de bloei van hun leven en mijn oom zal sterven deze maand hij lachte de laatste keer zo spontaan dat was toen de kleuren buiten zwegen hij wist zich een kasplantje kunstmatig beregend een eendagsbloeier mei, zei hij, is de mooiste maand een wandeling na een voorjaarsregen maar daarvoor moet ik eerst opstaan en dat zal zonder sterven niet gaan hij heeft naar de felrode tulpen gekeken en gedacht: eeuwig bloeien duurt lang met een handdruk heb ik hem gelijk gegeven [pagina 761] [p. 761] mortuarium een blauw bordje met witte letters wil luchtig richtinggevend zijn een moeilijk woord voor zetters denk ik terwijl ik verder rij we volgen de wegen van hoek naar kruising tot het eindpunt plaatsen ons grafisch in de boeken en begeven ons voetje voor voetje over het begin in het paradijs zondag in de kerk dit gehoord: in de goede zin van het Woord is de dood niet oorspronkelijk [pagina 762] [p. 762] momentopname als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna dicht m'n dochtertje ze kijkt me stralend aan als vissen vissen vissen vissen vissen dicht ik na ze kijkt me vragend aan zitten die elkaar niet achterna zegt ze dan spontaan ik kijk haar zwijgend aan Vorige Volgende