Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 28
(1975)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 905]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met Dieric Bouts
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 906]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tafele te makene na allen sijnen besten vermoegenen egheenen arbeit cost noch tijt dair inne sparende. Mair sijn uiterste macht na de kunst die hem god verleent heeft dair inne te thoenen in alsuker vuegen ende waerheid als hem die eerweerdigen heren professeurs inde godheit overgeven selen op die voirscreven materie.
Het definitieve draaiboek, samengesteld op de gebruikelijke wijze, zal vóór het begin der beeldopnamen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Televisie. / Een speciaal voor deze film gecomponeerde muziek zal bij de sonorisatie gebruikt worden. De componist zal bij wederzijds akkoord tussen beide partijen aangeduid worden. / De oorsprong en de keuze der geluiden en effecten zal de goedkeuring van de Televisie dienen te krijgen. / De geluidsband zal beginnen bij de aanvang van de generiek en eindigen na het woordje ‘Einde’. De uitvoering ervan zal geschieden onder toezicht en goedkeuring van de Televisie. / De generiek van de film zal - zowel wat de samenstelling als de voorstelling betreft - goedgekeurd dienen te worden door de Televisie.
[Generiek]
Vijfhonderd jaar geleden, in het jaar onzes Heren 1475, stierf te Leuven de schilder Dieric Bouts.
Hij werd geboren te Haarlem, in Nederland. Open op lens camera.Ga naar margenoot+ Een weide in Zonnegem. Venster open op weide. Tuil paarse bloemen voor paarsblauw raam uitgevend op weide. Een onbeschreven wit blad papier op bureau. Diafragma lens gaat open. Een weide of een boomgaard in Linkebeek. Venster open op die boomgaard.Ga naar margenoot+ Een onbeschreven wit blad muziekpapier op bureau. Allerlei pennen in een kokertje. Een hand neemt een pen en...Ga naar margenoot+ een hand draait aan ring lens cameraGa naar margenoot+ en... een hand komt met pen op papier en... een hand komt met pen op muziekpapier en schrijft solsleutel en... vogels | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 907]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een hand op papier schrijft wieGa naar voetnoot1..Ga naar margenoot+ Hand schrijft eerste noten op muziekpapier. Hand schrijft: wie. Hand schrijft: ben. Hand schrijft: wie ben wie wie
wie ben ben wie
wie wie wie wieGa naar margenoot+
ben ben ben ben
ben wie
wie
Dieric vanGa naar margenoot+
Haarlem
Leuven
Aldus. Toen André Delvaux mij medio 1973 opbelde - we hadden elkaar nauwelijks eerder ontmoet, tenzij vluchtig en van op afstand - en met een concreet voorstel bij de hand op nader contact aanstuurde, betekende dit voor mij het begin van een samenwerking die op velerlei gebied zo vruchtbaar zou worden. Het ‘project Bouts’ groeide in ieder geval uit tot een creatieve ervaring, een geestelijk avontuur waaruit voor mij [en ik neem aan ook voor André Delvaux] alvast deze enorme betekenis resulteerde: een hernieuwd geloof in het medium, in de film als een proces van taalschepping, een methode van onderzoek, als een formalistischGa naar voetnoot2. feest waarin dank zij een vrije, open manipulatie van de elementen beeld, kleur, klank, woord, muziek enz., een nieuwe, verrijkte inhoud ontstaat. De techniek die de poëzie en dus de ontroering mogelijk maakt, uitdiept. Zoals ook het streng geometrische denken van Bouts de weg effent voor het ootmoedige, het ingekeerde, het kwetsbare, het tragische, het menselijke. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 908]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus. Onze ambities waren inderdaad niet gering. De Vlaamse Televisie had André Delvaux de opdracht toevertrouwd om ter gelegenheid van het Boutsjaar 1975 een herdenkingsfilm te maken. De opdracht werd niet zonder aarzelen geaccepteerd. Het was voor Delvaux van meetaf duidelijk, dat pas in het afwijken van de traditionele documentaire, een kans lag | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 909]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om de schilder Dieric Bouts op een zinvolle manier te benaderen en tegelijk een filmische prestatie te leveren die niet alleen voor de kijker, maar ook voor de makers een reële betekenis zou hebben. Reeds in de eerste teksten die onze opdrachtgevers werden voorgelegd, stond het uitgestippeld: ‘Wat is een “schilder”? Wie is Dieric Bouts? We hebben handboeken tot onze beschikking, ook reproducties, en de schilderijen zelf in de kerken en de musea. We kunnen lezen en contempleren, maar toch blijft dit een oppervlakkige bezigheid. Is ingaan tot Dieric Bouts niet in de eerste plaats ingaan tot onszelf? M.a.w. willen we Bouts voor onze tijdgenoten zichtbaar maken, dan zullen we tevens iets van de eigen tijd, van onze persoonlijke creatieve impulsen moeten onthullen. Nog anders gezegd: Bouts is de aanleiding tot een filmische creatie, door een ploeg die met en over Bouts exploreert, zoekt, bouwt, spreekt, onthult. Dus geen didactische opstelling, geen “beschrijving”. Wat doorgegeven wordt is het zoekenzelf.’
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 910]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus. Misschien heeft het zin, even te proberen om iets van de werkwijze die wij de maanden door, tijdens de verschillende stadia van de realisatie, gevolgd hebben, opnieuw te achterhalen. De voorbereiding Veel van de voorbereidende gesprekken hebben André Delvaux en ik al wandelend gevoerd. In Linkebeek, in Zonnegem, ons beider woonplaats, gelegen in streken die met hun golvend Brabants karakter dicht het land van Bouts - de heuvels rond Leuven - benaderen. [Wat niet mag doen veronderstellen, dat de landschappen in het werk van Bouts naar de natuur zouden geschilderd zijn: de streek waar hij leefde en werkte moge hem al eens geïnspireerd hebben, zijn landschappen blijven picturale constructies, gezien en gedacht in functie van de personages die het doek bevolken]. Andere, binnenskamers gevoerde gesprekken, werden voor een deel op band opgenomen, eventueel om er later elementen van te gebruiken - op de klankband bij voorbeeld - wat dan weer niet gebeurd is. Tijdens deze periode van stage penetratie [noch Delvaux noch ik zijn gespecialiseerde kunsthistorici], van kijken naar de panelen van Bouts, het inleven in zijn wereld, maar van zoeken ook naar affiniteiten met ons eigen werk [schrijven, films maken...], traden stilaan twee hoofdmotieven op de voorgrond: de belangrijkheid [waarop al gezinspeeld] van het landschap in het oeuvre van Bouts, en daarnaast de positie van de schilder als een typisch werker-in-opdracht. De idee opdracht werd, dacht ik, al heel gauw een centrale idee in onze Boutsfilm. Van o.m. de beroemde opdracht door de Broederschap van het Allerheiligste Sacrament om een ‘Laatste Avondmaal’ te schilderen, zijn de authentieke stukken bewaard gebleven. Onze eigen BRT-opdracht hiermee parallel leggen was misschien een vermetele, maar toch ook voor de hand liggende acta. Want stonden we hier niet meteen, de eeuwen overbruggend, voor een parallelle problematiek: de kunstenaar die een welomschreven werk krijgt uit te voeren, zich daarbij aan welomschreven bepalingen heeft te houden en die niettemin, binnen de gegeven grenzen, zijn persoonlijkheid weet te bewaren, ja, haar zelfs weet te ont- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 911]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plooien? En is nota bene niet juist de film, veel meer nog dan de andere artistieke disciplines, van huize uit aan de ‘opdracht’ gebonden?
HAND Tussen hand en aangezicht
verrijst het lichaam als een
menselijke aanwezigheid
Bidden, wijzen, grijpen, troosten,
zegenen enz.: tien vingers,
of vijf paar lippen, of iets om
mee te articuleren
Tussen hand en aangezicht
ver[r]ijst het lichaam als een
verticale/horizontale/diagonaal
Ook ritme in de opstelling
Steun voor de compositie
Handen zijn bij voorbeeld
richtingaanwijzers
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 912]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het gestolde gebaar is al[s]
een woord
Eventueel: ritmische montage
van variatie handen in
close up
Een hand schildert een hand
[tekent/filmt]
AANGEZICHT [ogen, lippen] Het aangezicht trekt zich
samen in de blik, het oog
schouwt naar binnen
Dit kijken: onbewogen en ingetogen
Christus zien / Christelijk zien
De adel van de gereserveerdheid,
de trilling van het
non-pathetische
Nog: de glaciale tragiek van
de zwijgzamen, de erudieten
Van lijn naar volume
Ovalen
‘Het ovaal en de rechthoek
zijn schilderachtiger dan de
cirkel en het vierkant’ [M.J.
Fiedländer]
Eventueel: geleidelijk van
èèn aangezicht naar meer
aangezichten, dan van kleine
groep naar massa [bvb.:
‘Aanhouding van Christus’]
Ook plooi van lippen
HAND MOND WOORD
‘Un art hautain et froid’ [J. Lassaigne]
RUG [Gestalte] De mens geplaatst in zijn
ruimtelijke context
De rug als het ware een invitatie,
een introductie tot de
diepte, de verten: d.i. aarde
èn hemel
Opstelling van verticalen
[stutten de lijst]
Rechte rekt zich langs de
rand
Horizontaal: Maria Magdalena
[in ‘Christus bij Simon
de Farizeeër’]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 913]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Paradox [?]: uit onbeweeglijkheid
en stilte [en tederheid]
resulteren geladenheid
en huiver
Devotie en replieken van devotie,
eenzaamheid en replieken
van eenzaamheid
‘Er was een machtige omwenteling
nodig voor een
schilderde moed had, van de
menselijke figuur niets dan
de rug te laten zien’.
[M.J. Friedländer]
Torsen gerekt
‘Ses contemporains sont blasés sur les spectacles violents’ [Jacq. Baschet]
LANDSCHAP [Ruimte] Gebeuren krijgt/wordt een
wereld: een ruimtelijk tehuis
voor gemeenschap van mensen,
dit verbond van afstandelijke
enkelingen
[Ook in ‘Laatste Avondmaal’:
binnenruimte tevens ruimte
binnen
Middenas:
hand
hostie
woord]
In natuur: boom, afstandelijke
enkeling in de ruimte
[kwetsbare loodrechte]
Convexen en concaven van
horizon gedicteerd door
aanwezige lichamen, hun
houding en opstelling
Bouts' zoeken i.v.m. perspectief
verraadt aandacht
voor een constructie ‘en dehors
et au-delà des apparences’
[J. Lassaigne]
Van lijn naar vlak en vlek: van
koud naar warm
De aarde een mantel van
brokaat
Lucht, licht: pleinairisme,
luminositeitGa naar voetnoot3
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 914]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doorkijk: stad, torens als
bomen / land, bomen als torens
Ruimte / tijd [seizoenen]
Nocturnes: het licht van de
nacht dooft het donker van
de dag
Ruimte / tijd [film, spatiotempor.]
‘Seine Gebilde klingen wie schwermütige Lieder’ [M.J. Friedländer]
MENSELIJK SAMENZIJN [Menselijke eenzaamheid] ‘Dialogues d'âmes’
‘Bijbelse penetratie van personages
reeds protestants’
[Ch. Sterling]
‘Noordelijke en gotische
mens in al zijn kwetsbaarheid’
[id.]
Dit is mijn lichaam, dit is mijn
bloed
GEWELD
GRUWEL
DOOD
Menselijke solidariteit in
zwijgen, afzondering, hoofsheid,
onmacht
Mimische pudeur
Torsen buigen, neigen: naar
elkaar toe, van elkaar weg
‘... évoluent comme des personnages
d'un ballet très
lent’ [J. Lassaigne]
Rationele ordening, geometrie,
uiterlijke symmetrieGa naar voetnoot4
Primaat van visie op naturalisme,
van techniek op pathos,
van organisatie op imitatie
VOORGROND
MIDDENPLAN
ACHTERGROND
Vogelperspectief [bvb. in
‘Marteldood van de H. Hyppolytus’]
= filmische parallel
Parti-pris van vorm-gezicht
EEN VAN U ZAL MIJ VERRADEN OPDRACHT Van techniek naar ontroering vragen zoeken vinden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 915]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De passie [taal] van het métierGa naar voetnoot5
‘All feeling is in the brain’ [Josef von Sternberg]
CREATIVITEIT
‘L'artiste ne crée plus une oeuvre ou plusieurs oeuvres, il crée la création’ [Nicolas Schöffer]Ga naar voetnoot6
Bertold Brecht: ‘Es ist keinesweges so, als ob man, um vom Volk verstanden zu werden, ungewohnte Ausdruckweise vermeiden, nur gewohnte Standpunkte einnehmen müßte. Es ist nicht im Interesse des Volkes, seinen Gewohnheiten diktatorische Macht zuzusprechen’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 916]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus. Deze concrete punten-van-overeenkomst hebben onze ambitie voor het experiment zeker aangescherpt. Doel werd: ons binnen de gestelde Bouts-opdracht maar verder los van alle conventie, vrij scheppend, het medium hanterend als een onuitputtelijk instrument, taai-creatief uitleven. Bouts notre contemporain! Er zijn zeker nog andere groten uit het verleden vanuit die optiek benaderd geworden, maar dan niet, dacht ik, als ‘gelijke’ in een actueel creatief proces. Het is dan ook niet toevallig, dat bij de aanvang van de film stuksgewijs de geschreven zin op het doek wordt gevormd: ‘Wie/ben/[ik]’, verwijzend niet alleen naar het getuigenis van Carel van Mander: ‘Ik heb niet kunnen ontdekken bij wie hij [Bouts] in de leer is geweest’, maar tevens naar de identieke, als een stameling neergeschreven zin waarmee ik bijna 20 jaar geleden de tekst ‘Journal Brut/Ikjes sprokkelen’ opende. Nog hoor ik André Delvaux herhalen: ‘OEuvre naast oeuvre leggen, dat moeten we doen, zelfs al komt het over als pretentieus’. [En ineens herinner ik mij weer onze eerste ontmoeting in het kleine Italiaanse restaurant bij de Naamse Poort. André vindt nauwelijks een plaats om z'n exemplaar van mijn boek ‘Orchis Militaris’ neer te leggen, een exemplaar waarvan de bladzijden die ik zo te zien krijg overvloedig met strepen en uitroeptekens zijn bewerkt. Zelden zag ik een bedrukte pagina derwijze met pen en inkt te lijf gegaan, zelden ook hoorde ik een creatieve tekst zo creatief opnieuw schrijven.] Bladzijden hebben we dan nog volgemaakt: over de aangezichten bij Bouts, de ogen, de baarden, over de handen, vooral de handen; en over de ruimte bij Bouts, de landschappen, de steden op de achtergrond, de torens, de zon die ondergaat, een eenzame boom getekend tegen de hemel; over het geweld bij Bouts, de stilte en het verraad. De kus van het verraad, die zit als een punt uit de doornen kroon diep in de film gedreven, zoveel is zeker. In mijn stad is het iedere zaterdag marktdag, het hele jaar door.Ga naar margenoot+ Dan staan de tenten opgesteld op het plein voor het stadhuis. Het stadhuis dateert uit de achttiende eeuw, of uit de negentiende eeuw, dat kan ook. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 917]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In mijn stad is het iedere woensdag marktdag, het hele jaar door. Dan staan de tenten opgesteld op het plein voor het stadhuis. Het stadhuis dateert uit de zeventiende eeuw, of misschien uit de achttiende eeuw, ik ben er niet zo zeker van.
In de tenten liggen de waren uitgestald. De marktkramers roepen en prijzen hun waren aan, en de vrouwen van de marktkramers roepen ook. In alle tenten wordt er geroepen.
Ze roepen: kies maar uit mensen. / Ze roepen: hier vind je de beste waar. / Ze roepen: nergens in het westen vind je zo'n waar. / Ze roepen: nergens in het oosten vind je zo'n waar.
's Zondags is het geen marktdag, bij ons niet.
In onze stad is het 's zondags kerkdag.
Na de dienst vormen de mensen groepjes op het plein voor de kerk.Ga naar margenoot+ De meisjes dragen kleurige jurken. De jongens lachen naar de meisjes. De ouders nemen de meisjes mee naar huis. Thuis is er koekebrood.
- Heinke, kende goa Louis Broeckaert?
- Nieë.
- En Eli?
- Oek niete.
Met honderden komen ze afgezakt uit de omliggende dorpen.Ga naar margenoot+ Ze komen aangereden op hun fietsen, of ze komen met de auto, of met de trein, te voet ook. Ze kuieren door de straatjes, langs het begijnhof, langs het water van de rivier. De gevels staan weerspiegeld in het water. Achter de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 918]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gevels en achter de rivier ligt het land, groen, geel, purper. Soms is het land wit, in de winter wanneer er sneeuw ligt.
Onze stad is geen grote stad. / Onze stad is een kleine stad. / Het is een beroemde stad. Er staat over te lezen in de boeken.
Die dag gedenkt onze stad haar doden. / Haar doden uit de eerste oorlog. / Onze doden uit de tweede oorlog. / Haar doden uit de derde oorlog. / Onze doden uit de vierde oorlog.
Een man beklimt het podium en spreekt het volk toe dat op het plein is verzameld.Ga naar margenoot+ Zijn stem galmt over de hoofden. De mensen luisteren aandachtig. Ze vinden dat hij mooie woorden kent. Ze fluisteren onder elkaar: die man kent mooie woorden.
Hij roept: nergens in het oosten vind je zulke doden. / Hij roept: nergens in het westen vind je zulke doden. / Hij roept: de hemel zij ons genadig om zulke doden. / De hemel zij geprezen, roept hij.
De meisjes dragen kleurige jurken.
De jongens lachen naar de meisjes.
De ouders nemen de meisjes mee naar huis.Ga naar margenoot+
Thuis is er koekebrood.
Aldus. De opnamen Wanneer de opnamen beginnen [we schrijven september 1974], ontstaat stilaan een ploeg. Uiteraard een bescheiden ploeg, maar een die bereid is de recherche nu ook op het technische vlak door te voeren. Meer dan ooit is Delvaux uit op perfectie: objectieven, filters, de opzoekingen in verband met de kleur van cameraman Charlie van Damme worden aangewend om in de natuur door te dringen, om in cinematografische termen en dit wil dus zeggen in vorm, de natuur vast te leggen, te bedwingen, te overmeesteren als het ware. De natuur als materie ook. Dan glijdt de camera rakelings langs een gevel, over een grafsteen, de bast van een boom. En legt | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 919]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nerven bloot, rimpels, eeuwen die verweerd zijn tot abstractie. Zo wordt materiaal vergaard voor straks. Daarbij komen de landschappen rond Linkebeek en Zonnegem, maar Leuven vooral, Park Heverlee, verten, mist, ruimte. En te Leuven ook de straatjes uit de volksbuurten, zoals André later ook de anonieme stemmen, pratend in het Leuvens dialect, toevallig gehoord en meegedragen, tot een ontroerende eenheid zal mengen met de andere geluiden van de klankband. Op een dag wordt gedraaid tijdens de markturen: mensen tussen mensen die opstappen dwars door hun eenzaamheid, Boutsmensen, heel duidelijk. De meisjes dragen kleurige jurken. Voor die het hebben meegemaakt, zal de herinnering aan de reconstructie van ‘Het Laatste Avondmaal’ wel het onvergetelijkst blijven. In een van de zalen van het Jubelpark te Brussel is een decor opgetrokken: precies de gotische ruimte zoals die staat geschilderd op Bouts’ Avondmaal. Een groep acteurs zit rond de bijna vierkante tafel geschaard. En ineens wordt het probleem van Delvaux’ mise-en-scène identiek aan het probleem van Bouts in verband met het perspectief. Of omgekeerd. Hoe kunnen die vijftien personages in èèn beeld samengebracht worden, zó samengebracht dat geen enkele figuur door een andere gehinderd wordt? Blijft de camera op normale ooghoogte en begint hij bij voorbeeld de linkse helft van de ruimte af te tasten, dan schuift de figuur van Judas onvermijdelijk als een scherm binnen het blikveld. Rukken we meer naar het midden op, dan zijn het Judas en Filippus die het gezicht op de achtergrond verbergen. Steeds zal, bij verder evolueren rond de tafel, het oog op een obstakel stuiten en een of meerdere personages zullen verborgen blijven. Pas wanneer de camera in de hoogte gaat [ongeveer 2.50 m boven de grond] ontdek je dat alle personages zichtbaar worden. Dan ook besef je waar precies het vluchtpunt ligt, nl. veel hoger dan het normale gezichtspunt. Wanneer nu de camera ook nog naar het spiegelmidden van de kamer evolu- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 920]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eert, dan zit, aldus merken we, de figuur van Christus in het geometrische middenpunt. Breedte- en hoogte-as snijden elkaar juist op de plaats waar zich de hand bevindt. Dit is mijn lichaam. Niet Judas maar de eucharistie staat hier centraal.
Ik zit, als apostel tussen de apostelen, mee rond de tafel geschaard. Rechts van mij de dichter Patrick Conrad als Johannes. Wat verderop links de componist Frédéric Devreese en ergens achter mij Paul Louyet [co-producteur], Jos Opdebeeck [BRT]. Vóór mij het voorname drietal: François Beukelaers [hij zal later nog fragmenten van mijn tekst lezen], de Zwitserse acteur Jean-Luc Bideau en tussen hen in Roger van Hool als Judas, een mooie Judas. Mathieu Carrière is een Christus die Bouts-zelf tot model zou hebben gekozen. Hij is van huize uit Duitser en spreekt voor de gelegenheid zijn moedertaal: Einer von Euch wird mich verraten! ‘Probeer Nederlands’, zegt Roger van Hool, ‘verraden, man, verraden’. Delvaux gunt de technicus van de klankopname geen ogenblik rust. Alles wordt vastgelegd, gesprekken, flarden van gesprekken, in het Frans, in het Nederlands. Wàt bruikbaar is zal later worden uitgemaakt bij de montage.
ALLE MATERIAAL IS MATERIAAL VOOR MANIPULATIE
Vuur en gensters spuiten op uit de grond.Ga naar margenoot+ Fonteinen kan je wel zeggen. En vlammen zo hoog als kerktorens. Rode kerktorens, witte kerktorens, slanke torens, stompe torens. Torens die opschieten en neerslaan. Ik voel het schokken van de aarde tegen mijn buik.
Ze hebben de kelders verlaten.Ga naar margenoot+ De bunkers hebben ze verlaten. Ze hebben de paviljoenen en de vrachtwagens verlaten. Ze zijn van de bedden en de berries opgerezen en ze trekken roepend door de tuin. Ze verdwijnen door de poort. Door de poort komen weer nieuwen roepend de tuin in. Ze zwermen uit over de paden, over de perken. Ze vertrappen de bloemen.
Ze roepen de woorden die kinderen roepen.Ga naar margenoot+ Ze roepen vader, ze roepen moeder, ze roepen meisje, ze roepen jongen, ze | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 921]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
roepen ai, ze roepen help, ze roepen Jezus. Ze roepen de woorden die kinderen roepen.
Haast zijn de bomen aan mijn oog onttrokken. I Haast is de stad aan mijn oog onttrokken. I Voor mijn oog zijn alle kruisen gedoofd en alle torens neergehaald.
Nu voert de wind de woorden aan uit de stad.Ga naar margenoot+ De rook prikkelt mijn huid, hij prikkelt mijn keel, hij brandt in mijn ogen. Hij ligt als een hete zwarte mist over de aarde. De aarde schudt en dreunt. Nu voeren de wind en de rook de woorden aan over het land.
Van overal uit het donker drijven de woorden aan. / Vader. / Moeder. / Meisje. / Jongen. / Ai. / Help. / Jezus. / Zo wordt er geroepen. / Daarbuiten in de tuin. / Daarbinnen in de rook. / Verderop in de stad. / Ginds vooraan bij de bomen. / Tussen de explosies de rode woorden die kinderen roepen. Over het land de zwarte woorden die kinderen roepen.
Hij hoorde hoe van voor tot achter de tuin met hun woorden was gevuld.Ga naar margenoot+ En hoe ze met honderden waren uitgezwermd over de paden en de perken zag hij, de lichamen rood en rondom de paviljoenen met rood overgoten, maar reeds was hij opgenomen tussen de rijen mannen en vrouwen die opdrongen in de richting van de poort, de armen voor zich uit gestrekt en de ogen wijd gesperd, de woorden aldoor op de lippen: Het kind, riep hij. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 922]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus. De montage Het is al bij al een indrukwekkend resultaat: kilometers pellicule, meer dan tien uur klank. De film mag de dertig minuten niet overschrijden! In de montagekamer worden de beelden geknipt en op fiche gebracht. Ieder beeld wordt een fiche, uit het manipuleren van de fiches ontstaan langzamerhand zinnen, beeld-zinnen, ontstaat een grammatica, een taal. Met monteur Jean Reznikow bouwt André Delvaux aldus zijn cinematografisch universum op. Ook het klankmateriaal wordt op identieke wijze gehanteerd. Er is de muziek, er zijn de stemmen of geluiden uit Leuven en Linkebeek, uit Italië, uit Ethiopië en IndonesiëGa naar voetnoot9.. De muziek gecomponeerd door Fréderic Devreese wordt gebruikt als klank, en omgekeerd: alle klank wordt tot muziek. En dan zijn er de teksten. Maar ook de stemmen die ze spreken zijn klankmateriaal geworden, elementen voor associatie, openingen naar een andere ruimte, het zoveelste creatief surplus. Naarmate onder de montageGa naar voetnoot10. de film meer film wordt, wordt Bouts meer Bouts. Nogeens voltrekt zich het wonder. Opnieuw lees ik de overweging die André Delvaux neerschreef, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 923]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lang voor wij aan de realisatie van het project toe waren: ‘Deze film is noch een lange, noch een korte film. Het is een essay begaan met de esthetische schepping, de overweging van een filmregisseur en een schrijver van vandaag over een schilder van gister, broederlijk verenigd [zelfs wanneer zij in het welslagen niet te vergelijken zijn] in het zoeken van de expressie. Samen ontdekken zij, afgezien van de tijd die hen scheidt en het zo kleine verschil tussen leven en dood, dat eik oeuvre dezelfde vragen stelt en dezelfde recherche vergt. Immers, altijd wil men wezenlijke dingen over het leven zeggen of tonen en gebruikt men daarbij vormen [voortgesproten uit de geest: de woorden; ontstaan uit de natuur der dingen: beelden en klanken]... Het is deze meditatie die wij ondernemen en, na dertig minuten, beëindigen. Het is voldoende om dit te zeggen’.
De aanhouding van Christus, De marteldood van de Heilige Erasmus, De Kruisiging, De Heilige Maagd en Kind, De Maagd met Kind en de Heilige Petrus, Het Laatste Avondmaal, De afneming van het Kruis, Abraham en Melchisedech, De oogst van het manna in de woestijn, Elias in de woestijn gevoed door de engel, Het Joods Paasfeest, Christus Salvator Mundi, Christus met de doornen kroon, Imago Salvatoris Coronati, Christus bij Simon de Farizeeër, De marteldood van de Heilige Hippolytus, Golgotha, Het portret van een man, De Heilige Johannes de Doper, De Heilige Barbara, De Heilige Catharina, De Heilige Christoffel, De Heilige Bernardus, De Heilige Hieronymus, De gerechtigheid van Otto, De verrijzenis, De aanbidding der Koningen, Tenhemelopneming van de Gelukzaligen, De graflegging, Mater Dolorosa, Moeder van Smarten, De val der Verdoemden, De Kroning van de Heilige Maagd.....
Carel van Mander: ‘Het Schilder-boek’, 1604:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 924]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Latijn geschreven: “In duizend vierhonderd twee en zestig na Christus” geboorte heeft Dirk, die te Haarlem werd geboren, mij te Leuven gemaakt. De eeuwige rust moge hem geworden’. Deze koppen zijn ongeveer levensgroot en voor die tijd heel uitnemend en keurig geschilderd met mooi haar en baarden... [Het] is al wat ik van zijn werk kan aanwijzen; maar het is toch genoeg om aan te tonen hoe een uitnemend meester Dirk is geweest en in welke tijd hij geleefd en zulk een graad van volkomenheid in zijn werken bereikt heeft. Het was een aantal jaren voor de geboorte van Dürer. Zijn manier van werken verschilt echter zeer van de moderne, kantige, weinig fraaie wijze van schilderen’. Haarlem P.S. Namen zijn uitspreekbaar: Linkebeek, Zonnegem. Namen zijn niet uitspreekbaar, nooit meer: Auschwitz, Buchenwald. De namen die niet uitspreekbaar zijn, nooit meer, liggen mede, voor altijd, verborgen achter de namen die uitspreekbaar zijn. Ses contemporains sont blasés sur les spectacles violents...
Ivo MICHIELS |
|