intellectueel aardig wat kunnen bijbrengen op het gebied van bijv. het werk in de bedrijven of de vakbond. Gezien de stunteligheid waarmee het vaak in typisch intellectuele vakbonden toegaat, is dat laatste wel nodig ook!
Naast deze voorwaarden, en duidelijk in nauwe samenhang ermee!, zijn er voor de linkse intellectueel, gezien zijn beroepscategorie, binnen de arbeidersbeweging enkele duidelijk omschreven taken te noemen; daarbij uitgaande van de situatie zoals die op dit moment nog is, nl. dat er een ‘cultuur’ bestaat, d.i. de cultuur van de kapitalistische maatschappij, die daardoor bepaald wordt èn t.o.v. die maatschappij affirmatief werkt. Een cultuur die bovendien, overeenkomstig ons maatschappijbeeld, geforceerd in tweeën [en vervolgens fijner vertakt] verdeeld is: in Cultuur [de kunst etc.] en in de z.g. massa-cultuur. Deze laatste bereikt haar affirmatieve functie, d.i. in dit geval de arbeidersklasse aan te passen aan de kapitalistische structuur en ideologie, o.a. door zeer bewust analfabetiserend te werken, d.w.z. door te streven naar een zo groot mogelijke stompzinnigheid, met hier en daar eens een ietsje intelligenter vorm [‘hoger niveau’ noemt de intellectueel dat dan], want de intellectueel moet ook vermaakt worden nietwaar. Op dit vlak ligt m.i. een eerste taak voor de linkse intellectueel, nl. door
a] de werkelijke achtergronden en functie van deze massa-cultuur voor de consumenten daarvan te ontmaskeren. Maar dit dan niet door deze cultuur, dit amusement, botweg op de bekende minachtende superieure manier als ‘waardeloos’, ‘stompzinnige onzin’ e.d. van de hand te wijzen! In de eerste plaats is dat eenvoudigweg onjuist [er is nl. van alles binnen die massa-cultuur wat op zichzelf wel degelijk een waarde kan hebben: zie onder d!], ten tweede omdat de meeste mensen er nu eenmaal plezier in hebben en men dus eenvoudig niet het rècht heeft iemands plezier op die manier te verpesten [dat zou nl. weer uitgaan van het ‘niveau’ waarop de intellectueel zich zou bevinden], ten derde omdat dit bovendien een averechts effect zou hebben: door een dergelijke houding, waarbij ook voor alternatieven geen plaats is [zie daarvoor onder b en d], schopt men de mensen nog nadrukkelijker in de armen van de massa-cultuur! Dit is bijv. het zwakke punt [en dus het reactionaire] in sommige VPRO-programma's, waarin bepaalde vormen van massa-cultuur uitsluitend gepersifleerd en belachelijk gemaakt worden. Linkse intellectuelen zijn, hoe tekenend is dit helaas nog, verzot op die programma's.
Ook de Cultuur, de beschermde speelweide voor de intellectuelen, heeft in feite die affirmatieve functie, zij het minder bewust bedóeld als in de massa-cultuur. Intellectuelen zijn immers slim, en zouden dat direct door hebben! Dus dollen ze rustig rond op hun ompaalde veldje, vrij te doen en te laten wat ze willen, en ongevaarlijk, want zó slim zijn ze bezig dat ze toch de paaltjes niet zien.
Ook ten aanzien van deze bourgeoiscultuur heeft de linkse intellectueel een taak, nl. door
b] de verworvenheden van deze cultuur [het ‘cultuurbezit’], o.a. via het onderwijs, over te dragen aan de arbeidersklasse [vgl. Georg Fülberth in een essay in het tijdschrift Te elfder ure, jrg. 19, nr. 5/6, pg. 205: ‘In dit doorgeven van “ontwikkelingsgoed” zag Friedrich Engels de taak van intellectuelen die zich bij een arbeiderspartij aansloten’]. Ten eerste omdat er geen enkele reden is die cultuur, alleen omdat het een bourgeoiscultuur is, af te wijzen, net zomin als men het recht heeft een volkomen van de onze verschillende cultuur als bijv. de Chinese af te wijzen, omdat die toevallig niet aan ónze culturele criteria voldoet.