Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 22
(1969)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 968]
| |
I.Ahorn huilt, het huis
een onbewoonbaar web -
even is de broer
het Zeldzaam Beest Bach,
in het bloed
distelt al de discant,
dood.
| |
[pagina 969]
| |
II.Luister, in het lichaam
staan de legers voor elkaar -
laaiend lemmer
de lymfe laat niet los.
Het spierhout, straks,
kraakt zijn laatste letsels.
| |
[pagina 970]
| |
III.De mare loopt lachwekkend
door het lichaam: dood -
de aders al van marmer,
en van namaak, het geboomte
in dat lichaam
tijdeloos onttakt.
| |
[pagina 971]
| |
IV.De pols tot metronoom,
de tonglip traag betoverd -
zo loopt Pachelbel
de polders door, en Lo
een honingstad, betuind
door louter klank,
zolang de hand
het sterven naar zijn hand zet.
| |
[pagina 972]
| |
V.Op één woord de dood nabij,
zijn adem holt. Wijl hol als geen,
Holbein in hem
dodende burijnen tekent
tot op het been,
ruimte daarin monster wordend,
en de lucht een boze
een roodgebekte omnivoor.
| |
[pagina 973]
| |
VI.Het serum stolt. Ja,
hij is de sterkste, maar
hij houdt geen stand -
de kamer palmt hem in,
en op het netvlies
ligt het licht voor anker.
De kanker, een bijtend
want bezig misverstand.
| |
[pagina 974]
| |
VII.Zie, hoe hij verschrompelt,
de dood riekt lont -
alsof het om geboorte gaat,
bepaalt de zon
opnieuw september,
gebeurt ontbinding
buiten ons, de wind
een wijding aan onze zijde.
| |
[pagina 975]
| |
VIII.Breekt - en hoe! de blik,
zij die de sekonden meten
met de mond, naderen
de naad die leven scheurt
van leven. De dood,
hij heeft er zich voor aangekleed
en eet. Meloen wordt mals
zijn galgemaal. In onze glimlach.
| |
[pagina 976]
| |
IX.Dit antwoord wordt een antiwoord,
daar bestaan een stil bestand
en handgetekend met de dood -
hij bezigt en bezit het vruchtgebruik
van onze vriendschap,
tastend met de voet, doch voetstoots,
aardstof heet herinnering.
| |
[pagina 977]
| |
X.Want elk gebaar wordt trager,
en in de adem
sluit de mond zijn cirkel -
negentienhonderd negenenzestig
moleculen stervend in de tijd,
de horizont een graadboog
van het al te plots ontbonden, nooit meer
te verbinden meetmoment.
HEDWIG SPELIERS
|
|