Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 22
(1969)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 255]
| |
[pagina 256]
| |
men
noemt zich ik
noem hen men
noemt mij men
noem ik zij
noemen mij hem
noemen zij ik
noemt zich men
noemt hem hij
noemt zich ik
noem mij
| |
[pagina 257]
| |
een cirkel kan een
lijn
kan een cirkel
men verbindt een lijn met
zich zelf
verbreekt men tot een lijn
zo komt men uit zich zelf
buiten zich zelf (buiten zich zelf)
komt men tot
uitersten
duiden op een lijn
d.i.
op een verbroken
op een mogelijkheid tot
* | |
[pagina 258]
| |
ik en jij
jij en hij
hij en ik
ik en jouw
jij en zijn
hij en mijn
mijn en jouw
jouw en zijn
zijn en mijn
ik en zijn
jij en mijn
hij en jouw
ik en hij
jij en ik
hij en jij
| |
[pagina 259]
| |
de man wacht op de vrouw
wacht op het woord van
de man wacht op het woord van de vrouw
wacht op
de man wacht het woord van de vrouw
wacht op de vrouw
wacht het woord
wacht op
de man wacht op het woord van
de man wacht op de vrouw
wacht op het woord van de vrouw
wacht op het woord van
de man wacht op
* | |
[pagina 260]
| |
dezelf-de gelijktijdig
ongeveer
zelfs gelijk
zelf de tijdig
de tijd
ongeveer lijk
on tijdig
de tijdig
lijk
zelfs on gelijk
ongeveer
zelf-de tijd
*
MARK INSINGEL
Uit de bundel Perpetuum Mobile. De gedichten met een * gemerkt, worden in het boek cirkelvormig (straalsgewijze) gedrukt; hier werd begonnen met een willekeurige regel. |
|