Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20
(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 559]
| |
I. GarciaOkeren bergen, oudtestamentisch;
herders in 't zonlicht leeftijdloos vergeeld,
en 'n af-en-toe dorp, waar oudtestamentisch
men met de gast brood, kaas en druiven deelt.
| |
II. EtchmiadinDe kerk een schrijn, het altaar een juweel,
koorzang waar heimwee naar Gods heil in ruist,
priesters verdiept in oeroud ritueel
als had geen tijd hun eeuwigheid gekruist.
| |
III. YerevanUit chaos van hutten, krotten en hokken
vol kindren en kippen, met hond en kat,
hebben nieuwe mensen 't wonder voltrokken
van een sterke en oprechte stad.
| |
[pagina 560]
| |
IV. Memoriaal‘Eeuw na eeuw is ons volk vervolgd en geschonden.’
‘Nooit gaf 't de wil prijs om zichzelf te zijn.’
‘Nu 't weer vrij leeft, helen langzaam de wonden.’
‘Maar de littekens doen nog altijd pijn.’
| |
V. RequiemAlle mannen liggen verslagen;
de nachtegaal leeft, en zingt zijn lied.
De vrouwen horen het, en zij klagen:
‘O nachtegaal, zing deze ene dag niet.’
| |
VI. ElegieWaar een hard lot mij doet zwerven,
ik denk aan mijn land alleen.
En als ik hier ver moet sterven
vliegt mijn ziel als een vogel daar heen.
| |
[pagina 561]
| |
VII. ScherzoDit snoer van honderd kralen
heb ik voor jou bedoeld,
dat je hals bij elk adem-halen
mijn liefde honderdmaal voelt.
| |
VIII. HymneDe wereld is onmetelijk
met menige berg bij menige stad,
maar geen berg zo onvergetelijk
als de heilige Ararat.
| |
IX. EmbleemDe kerk met z'n koepels en zuilen
vernield, het kerkhof ontwijd;
maar tussen puin, onkruid en kuilen
nog de zinrijke cirkels van de eeuwigheid.
| |
[pagina 562]
| |
X. KapiteelMiljoenen doden manen u tot leven,
hun bloed werd ziel, hun offer voedt uw trots:
ik voel uw vleugelslag verjongd opzweven,
krachtig zoals nog de adelaar van Zwartnotz.
| |
XI. WapenspreukGij zijt als een rijpe rode granaat
glanzend en gaaf, en vol zonrijk bloed.
Maar wie zijn hand schennende aan u slaat
voelt uw scherpe kernen: hartstocht en moed.
| |
XII. A.D. 1666Als vriend verlaat ik Armenië
waar ik als vreemdeling kwam:
want het heiligste boek van Armenië
is gedrukt in ons Amsterdam.
GARMT STUIVELING
|
|