Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 19
(1966)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 790]
| |
[pagina 791]
| |
Mei, jà bemiddelaar -
maar er is de hagel,
illegaal. De zomer,
renegaat. Niets baat,
hoe onbaatzuchtig ook
het licht dit landschap
inpalmt.
Hier omtrent kiemt,
van het verraad, de kern.
| |
[pagina 792]
| |
Glans van glas, atlas
van het noorden -
kristallen kankerend
in de kadans van de wereld
weet welke staartster;
de schaamte van het ijs
verbijstert driewerf.
Harder dan elders,
de haat is een koel bestek
waarin, weerkaatst, de kreet
van weduwen.
| |
[pagina 793]
| |
Aarde, zon getemperd en getemd
in het koel fluïdum
van dit heelal.
De vloeren van het water
verloren het geloof in hun glans,
tussen lucht en land
staat van het licht een tweesnijdend zwaard.
En, er is het schrikbewind
van de spartaans getande nacht.
Ruimte, eczema van één kreet.
| |
[pagina 794]
| |
Talmend naar een morgen van de
termosfeer, nog bewegen in hun slaap
(vermoeid maar mateloos) de moleculen;
om de polsen het potentieel
voor de ontploffing, plots -
in overleg met de strakgeworden
afstand, zij spannen
tot één brandend spanje samen.
| |
[pagina 795]
| |
Uit den boze in het zeebegin is
de bezwijming van het ravijn,
met zijn negentienhonderdzesenzestig
latijnse bloemen -
onder de nok van een konifeer
trok de oorlogsrook, doch
in de grond klopt een hart
de archeologie van vlees en bloed.
| |
[pagina 796]
| |
Een hamer in de nek,
van getaande waarheid
de verworven warmte -
van hals tot aars deelachtig
aan deze klaarte wordt
het huis een huls,
en toeverlaat de tover
van een totaal heelal
dat ons omvat.
| |
[pagina 797]
| |
In de coronazone komend,
d.i. de zon tot in haar chromosfeer
beseffend, wordt gemeengoed
de zondvloed van het licht.
De hand van duurzaam theodoliet -
hij heet gehard in de herontdekking
van de Ware;
het ware een warme woede
geen gesternte, zó als zon,
duldt cultus tot constante.
| |
[pagina 798]
| |
Want paalt aan de penumbra niet
de broze brand van het bewuste,
ginds magnetisch de gedachte
naar de zonnevlek gebracht?
geen stelsel, zonder centrum,
kent voorbij het zuiden
een verbum onafhankelijk
en zachter als amaterasoe -
planetoïde denktaal. Discursief.
| |
[pagina 799]
| |
Onder de navel, de agave
die met de hitte valt -
in malkanders melk
mengen zich de partners,
het kookpunt is een heftig
tweegesprek van concrete koelte,
de coïtus een lichtjaar.
HEDWIG SPELIERS
|
|