grootmoeder nog dagelijks sprak over het Knokke van haar jeugd, enkele honderden menskens die ‘leefden’ van wat ze opscharden in de zee. Zij zelf ging honderden keren met een mand garnalen op de rug al leurend de weg op naar Brugge en dikwijls raakte ze eerst dààr de laatste kwijt.
Gouverneur Roppe schonk mij zijn uitgave van de verslagen die de Franse commissarissen van Hasselt naar Parijs stuurden om hun regering in te lichten omtrent de toestanden in het Limburg van het begin der negentiende eeuw. Ik huiverde bij hun beschrijving van de armoe en de achterlijke onwetendheid van ons volk.
Ik las in ‘Eigen schoon en De Brabander’, het tijdschrift van de Lindemansen, hoe men driekwart eeuw geleden leefde op onze pachthoeven, volgens ooggetuigeverhalen door lieden van om en bij de tachtig gedaan aan Ing. Paul Lindemans. De knechten stonden om drie uur op, de meiden om vier. Op een kop koffie trokken ze naar het veld, ze kregen hun eerste maal om elf uur en werkten tot zeven 's avonds.
Nu eten ze spek en eieren wanneer ze maar willen. Hun kinderen zullen met de heren Weverberg en Leus, na geleerd te hebben hoe ze meisjes pijnloos kunnen ontmaagden, schoolreizen van drie dagen door de ionosfeer maken naar de tussenstations, om er het vertrek en de aankomst bij te wonen van de raketten der regelmatige luchtlijn Maan-Aarde.
En wat doen die meesters nu? Nemen zij bewust deel aan een beschaving die evolueert met de snelheid van haar raketten en daardoor ook het waardecijfer van kunst en letteren bestendig herziet?
De Nieuwe Gidsers droomden ervan met woordkunst en kunstwoord Holland omhoog te stoten in de vaart der volkeren. De Van Nu en Straksers trachtten met een letterkunde op Europees woordkunstpeil als Vlamingen betere Europeeërs te worden. Mijn generatie, de eerste naoorlogsgeneratie, beeldde zich in met gemeenschapskunst in nieuwe vers- en prozavorm de verwoeste en verscheurde wereld mee herop te bouwen.
Hebben onze nieuwe grootmeesters ook een esthetisch ideaal, een literair programma, een nieuwe stijl, een eigen woord, een sociaal verantwoordelijkheidsgevoel, een politiek inzicht, een filosofie, talent? Ik herhaal, want daarmee zouden wij al tevreden zijn, geven zij enig bewijs van talent?