Peeters ‘Sexual Behaviour of Belgian Nobility’ (see the pink horse ride a blushing brummel!); Robert Penn Warren ‘The kings man or the pebbles of Aristotel’; J. Bodart ‘Les arbres de Soignies’; Ambrose Pierce ‘The devil's dictionnary’.
Van de Woestijne ‘Gedichten’; Baëdeker ‘Join the navy and see the world’; ‘Anthologie de la poésie Espagnole’ (zie ook: Louis Alberto Del Parana ‘Malaguena’); ‘Anthologie de la poésie Yougo-Slave’; P. Leroy ‘De vlucht van Icarus en andere historische waanvoorstellingen’; C. Verschaeve ‘Elke vrijdag vis’; Hendrik Conscience ‘Paleis en klooster’.
Achilles van Acker ‘Moederweelde’; F. Van Eeden ‘De kleine Wannes’; Knut Hamsun ‘Hoe het voor galg en rad opgroeide’; Snoeck-Ducaju ‘De grote Boerenalmanak’; ‘Tiende verkiezingspamflet van de BSP’ (met voetnota's van Alb. Westerlinck); Vic Larock ‘Zijn pausen onfeilbaar?’; J. Persyn en C. Debaere ‘De orgeldraaier en de brooddraagster’ (zie ook ‘Dronken Lot’ en ‘Maria Monk, de Zwarte Non’).
Paul Van Ostayen ‘Soap and other means of litterary success’ (a horse opera); V.J. Brunclair ‘De onbeslagen Pegasus’; W.M.W. Buning ‘Maria Lecina of een vreemde ontmoeting met onverhoopte navolging’; Orson Welles ‘I, the genius’; L.P. Boon ‘De vergeten betonmolen’; Truman Capote ‘Other voices, other ages’.
A. Demedts ‘Aan Liza, mijn paard’; A. Molter ‘Dienstnota's’; A. De Lattin en Vic. De Meyere ‘Vlaamse Sprookjes’ (hoe sterke Jan het sap uit de kei perste!); P. Van den Bussche: ‘De linkse dwingelandij in de BRT’; E.A. Poe ‘The raven’; V. Loveling ‘De dienstmaagd’.
Barones d'Orczy ‘De rode pimpernel’ (met een voorwoord van Camille Huysmans); R.M. Rilke ‘Dichtung und Frühstück’; A. Fournier ‘De grote molen’; A. Lupin ‘Le maître des Fourons’; Verslagen van de Kon. Vl. Academie ‘Worsten en hoe ze te vullen’ (reglementering Ministerie van Economische Zaken, wetsontwerp A. Spinoy).
Bij het opstellen van deze lijst hebben wij met lovenswaardige objectiviteit naar volledigheid gestreefd, doch die uiteraard niet kunnen bereiken. Er zijn in Vlaanderen ongetwijfeld meer letterkundigen dan onze collega Claus vooralsnog vermocht te ontdekken. Letterkundigen die zich niet