Deconfessionalisatie
In het tijdschrift van de C.V.P.-jongeren publiceerde Adries Van den Abeele over de deconfessionalisatie van de Christelijke Volkspartij een bijdrage die door ‘De Standaard’ van 17-8-63 werd overgedrukt. Hij herinnerde aan het driedubbel doel dat de partij zich zelf heeft gesteld: 1) geen christelijke staat uitbouwen, maar een neutrale; 2) de partij toegankelijk maken voor niet-gelovigen; 3) bouwen op de menselijke waarden van de Westerse beschaving. Hij constateerde dat desondanks de partij confessioneel is gebleven. Bijna al de kiezers en al de partijkaderleden zijn pratikerende katholieken en de inmenging van de geestelijke overheid maakte van de partij herhaaldelijk het politiek verlengstuk van de kerk. Hij deed vier voorstellen: 1) tijdens het partijcongres van december e.k. de deconfessionalisatie opnieuw met klem aan de orde te stellen; 2) alle niet-katholieken plechtig uitnodigen lid te worden; 3) een werkgroep oprichten om de geesten daarover rijp te maken; 4) niet-katholieken statutair een bevoorrechte plaats, b.v. het ondervoorzitterschap en enkele mandaten waarborgen voor lange jaren.
Deze intenties van een C.V.P.-jongere zijn nog lang niet zo dicht bij de verwezenlijking dat zij alleen door een pratikerend politicus kunnen behandeld worden met vrucht. Zij zijn daarvoor ook niet realistisch genoeg. De liberale partij heeft zich uitdrukkelijk toegankelijk gemaakt voor gelovigen, de B.S.P. is er altijd toegankelijk voor geweest, de openstelling van de C.V.P. kan dus niet veel veranderen aan de bestaande toestand dat elke Belg lid kan worden van een der drie partijen die niet beter vragen.
De geringe praktisch-politieke waarde van deze voorstellen mag echter niet doen besluiten tot haar waardeloosheid. Met talrijke andere verschijnselen, te rangschikken onder het trefwoord oecumenische beweging en meer of minder belangrijk, met het verdedigen van ‘een voorzichtige geboortebeperking’ door een bisschop, het ijveren voor de oplichting van een geestelijke stand van gehuwde diakens, het moderniseren van het religieus habijt en tientallen andere, is de stem van deze C.V.P.-jongere een teken des tijds die onze aandacht verdient. De oecumenische beweging, teken van vertwijfeling, maar tegelijkertijd van vitaliteit, is naar mijn bescheiden mening veel belangrijker dan de Russisch-Amerikaanse toenadering, de splijting van het communisme en de ontwaking van het zwarte ras, maar wij zien ze minder goed doordat wij er midden in staan en dit is des te meer te betreuren daar wij er moeten aan meewerken door actieve belangstelling.
G.W.