Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 13(1959-1960)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1287] [p. 1287] Vrouw Hoe wonder dat mijn handen, de schichtige vissen, verstillen als wieren gewillig in het stromen van de haren, de waterval die op haar schouders stort en daar volkomen in zichzelven rust en niet vervloeit - gelijk der borsten fiere sprong en 't heupwaarts schieten van de dijen afbuigen en berusten in begienzing blij aanvaard, in onverholen lieflijkheid waarin haar ziel kan wandelen argeloos en niet verwaait, geen onrust kent, geen drang naar horizonten noch 't scheppend buiten treden in de ruimte, maar thuis blijft in 't verband dat haar geviel en leeft van een verwachten, een aanhalen waarvoor de leden teer en soepel zijn geschapen en 't zuidelijk klimaat van 't lichaam is zoet verbranden van verlangen naar ontvangenis. RENE VERBEECK Vorige Volgende