Bovenbewustzijn
De jongeren schermen tegenwoordig nogal wat met het onderbewustzijn, ter verdediging van hun neo-expressionistische, existentialistische e.a. atonale kunstexperimenten. Het lijkt wel of dat tot de nastuipjes van elke grote oorlog behoort. Raymond Herreman, in een onlangs verschenen Boekuiltje, sprak voor de argumenten van betrokkenen (in casu de zelf van leer trekkenden) zijn belangstelling uit, waarvan we de milde uitgestrektheid kennen; maar hij kon toch niet nalaten, zich weer eens te verbazen over de paradoxale hoeveelheid ratio, welke die onderbewusten niet versmaden ter hulp te roepen om hun pleit te winnen. Daarnaast gaf hij hun ter overweging, zich voor de afwisseling ook een keer te bezinnen op zoiets als wat hij ons bovenbewustzijn noemde. (O.m. bedoelde hij hiermee vermoedelijk, dat aldus de paradox grotendeels zou opgeheven kunnen worden, want uiteraard is de afstand tussen ratio en bovenbewustzijn al heel wat geringer.) Die term, welke nog niet in de nieuwe Van Dale voorkomt, heb ik op een jubel onthaald. Immers, het ‘onderbewustzijn’ heeft mij nooit erg gelegen. Daar het romantisme een geschiedkundig begrip is geworden, onderschrijf ik met beide handen het realisme, d.i. de scheppende weergave van 's mensen juiste conditie. En al voeg ik daar soms gaarne het woordje ‘magisch’ aan toe, dit is een nadrukteken om er aan te herinneren, dat we noch scheppend noch juist handelen, wanneer we de werkelijkheid gaan verminken. Het blijkt inderdaad 's levens eigen wet, dat we, de kunstenaar zowel als de andere stervelingen, er het bovenste beste uit moeten proberen te halen. Om dan Raymond Herreman te danken voor zijn liftwoord - dat historisch verdient te worden in onze letteren - en in de hoop hem uit te lokken tot spoedige en uitvoerige voortzetting van zijn ‘hygiënische’ campagne (ik meen te weten dat die qualificatie hem niet te min is), laat ik hier mijn eerste en spontane terugwerking
op zijn Boekuil volgen.