Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6
(1951-1952)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
[pagina 98]
| |
Dissonances.
Cornail
Ze noemen mij Cornail en ik wil u een verhaal vertellen over het schip ‘Zegenbede’, over de kapitein, Victor Lunstrow, over de vrouw van de kapitein, Cora, en over... kwallen. Korte dissonances.
Mijn verhaal begint in New York, waar ik was terug gekomen om de vrouw te zien, die van me hield... Ik had lang op zee rondgezworven, maar de vrouw was weinig veranderd: ik vond haar even mager als vroeger en haar ogen waren de ogen, waarvan ik gedroomd had... Ze liet me in haar kleine kamer en nam de rozen aan, die ik voor haar gekocht had... Ik hoorde haar zeggen:
Vrouw
(zacht)
Rozen... voor mij?
Cornail
Voor de vrouw, aan wie ik gedacht heb.
Vrouw
Je was lang weg.
Cornail
Daarom is het goed, om terug te komen... Heb je werk?
Vrouw
Soms.
Cornail
Waar?
Vrouw
Soms hier en soms daar...Soms helemaal niet. | |
[pagina 99]
| |
Cornail
Ben je bang?
Vrouw
Nee... En jij, zeeman?
Cornail
Nee.
Vrouw
Ben je moe?
Cornail
Ja.
Vrouw
Waarom?
Cornail
Ik voer op een goed schip en ik moest het achterlaten... Er zijn weinig goeie schepen... De meeste schuiten lijken op elkaar als twee druppels water en het kooigoed stinkt overal. Maar soms tref je het en dan kan je alleen maar hopen, dat het lang zal duren.
Vrouw
Hield je van dat goeie schip?
Cornail
Daarom moest ik het achterlaten: het kwam in slechte handen.
Vrouw
En daarna, zeeman?
Cornail
Daarna?... Niets... Ik voer op een Hollander naar Kopenhagen en op een stinkende Spanjaard langs de kusten van de Middellandse Zee... Ik kreeg ruzie in Algiers met een machinist en moest me schuil houden in de Kasbah.
Vrouw
Sloeg je te hard? | |
[pagina 100]
| |
Cornail
Die machinist was een laf stinkdier, maar nou vaart-ie al weer.
Vrouw
En verder?
Cornail
Ik had weinig geluk... In Algiers bleef ik vier weken hangen op droog brood en vlooien, maar eindelijk kwam ik als matroos op een krengeschip terecht... Het ging een dienst onderhouden in Zuid-Amerika, tussen Bahia en Buenos Aires en ik sukkelde mee... Tot het me ging vervelen... Ik monsterde op een nette Engelsman en... hier ben ik.
Vrouw
(zacht)
Ja, daar ben je, zeeman... opnieuw.
Cornail
Ben je blij?
Vrouw
Moet ik hoera roepen en gaan dansen?
Cornail
Ik weet, dat je blij bent; ik zie 't aan je ogen.
Vrouw
Wil je roken, zeeman... (Verlegen) Ik kocht wat tabak voor je: misschien is ze droog geworden door het lange liggen.
Cornail
Dus... je wachtte op me?
Vrouw
Dat zei ik niet, zeeman, je schijnt je veel te verbeelden.
Cornail
Waarom probeer je te liegen?
Vrouw
Liegen?... (Even pauze) Ja, ik wachtte op je... Toen je weg ging de vorige keer, luisterde ik nog lang naar je voetstap-
| |
[pagina 101]
| |
pen... Het was zo leeg in mijn kamer, dat ik geen adem dorst te halen... (Zacht) Het is moeilijk om tegen jou te liegen...
Cornail
En nou?
Vrouw
En nou? (even pauze) Je bent welkom, zeeman... Welkom thuis... Dat horen jullie graag, is het niet? Welkom thuis... een Ik zal brood voor je snijden en koffie zetten... Je kunt ook een douche nemen: zij is pas gemaakt... En in de kast liggen schone lakens... (Blij) Ja... Welkom thuis, zeeman...
Cornail
Misschien verwacht je te veel.
Vrouw
Ik verwacht niets... Misschien ligt er morgen al weer een goed schip in de haven.
Cornail
Zou je jaloers zijn?
Vrouw
Zou het wat geven?
Cornail
Dat weet je zelf beter dan ik... (Geeuwt)
Vrouw
Heb je slaap?
Cornail
Ja... Ik heb altijd slaap, wanneer ik zonder schip ben.
Vrouw
(zacht)
Zonder schip?... Ben je werkelijk zonder schip?...
Cornail
Dat zei ik toch.
Vrouw
(zacht)
Zonder schip... Hoe lang, zeeman... hoe lang?... Even pauze.
| |
[pagina 102]
| |
Cornail
(vertelt)
Hoe lang, zeeman, hoe lang... vroeg de vrouw en ik kon haar geen antwoord geven... Maar ik had het goed bij haar en ik voelde me betrekkelijk gelukkig... Betrekkelijk, zeg ik... Ik probeerde zo min mogelijk aan de havens te komen, want wanneer ik de zee zag... tja, wanneer ik de zee zag... (Lacht) Wat zal ik er nog meer over zeggen? In ieder geval: op een slechte dag liep ik door het havenkwartier... Het was bar weer en er woei een kouwe wind...
Gefluit van zachte wind.
Er stond veel golf in de haven en de schepen konden geen rust vinden... Het begon nog te regenen ook en alles zag er zo mistroostig uit, dat ik een kroeg opzocht... Natuurlijk een kroeg met muziek, want anders had je niet aan de haven... Harde muziek in een harde kroeg... Tingeltangel, pianomuziek.
Muziek, drank, rook en een stuk of wat zeelui... Ik ging aan de bar staan, dronk een glas whiskey en ineens zag ik de brede rug van meester Kaska... Ik zei: Héééé... die ouwe, vette Kaska... Muziek weg.
Kaska
As dat nou mijn magere Cornail niet is!
Cornail
Waar is je bril, meester?
Kaska
Vergeten, stuur, totaal vergeten.
(Beiden lachen bulderend.)
Kaska
(nog lachend)
Dus daar ben je dan weer, stuur, daar ben je dan weer... Tjongejonge, wat heb ik daar een plezier van...
(Ernstig.)
Maar ik heb er lang op moeten wachten, stuur...
Cornail
Eerlijk?
Kaska
Eerlijk! | |
[pagina 103]
| |
Cornail
Er is veel zee in de wereld, Kaska.
Kaska
Mmmm... soms lijkt het meer, dan het is. Eh, wat doe je tegenwoordig?
Cornail
Ik heb een lieve vrouw, meester.
Kaska
Komt je toe, stuur.
Cornail
En jij?
Kaska
Varen! Veel varen en weinig plezier.
Cornail
Goed schip?
Kaska
Het heet ‘Zegenbede’: een gekke naam voor een gek schip.
Cornail
‘Zegenbede’... Het schip ‘Zegenbede’... Waarom gek, meester?
Kaska
Het is te stil aan boord... Net een begrafenis, snap je? Ik wil niet zeggen, dat ik op een doodkist gemonsterd heb, maar ik klemde driemaal mijn handen en gisteren liep er een pik-zware kater over dek... Dat zijn allemaal dingen, die me dwars zitten.
Cornail
Waarom vaar je dan, meester?
Kaska
Omdat ze hoge gages betalen.
Cornail
Dus een rederij met duiten. | |
[pagina 104]
| |
Kaska
Niks anders, stuur... We varen in ballast naar Panama en daar nemen we een stoot lading in voor Bahia. Tja...
Cornail
Wat tja?
Kaska
Het schip ligt te hoog... Het zou best kunnen, dat we er vandaag of morgen mee om vallen...
Cornail
Dan klopt de naam, meester... Zegenbede...
Kaska
Z-e-g-e-n-b-e-d-e... Mmmmm... een gekke naam voor een gek schip, zei ik al... En jij, stuur?
Cornail
Ik?
Kaska
Ja, wat doe jij tegenwoordig.
Cornail
Dat heb ik je al es een keer horen vragen...
Kaska
Oh ja, da's waar ook... Wat doe je dan.. Ik bedoel, behalve thuis zitten.
Cornail
Niets.
Kaska
Niets?
Cornail
Niets! Even pauze.
Kaska
Niets... Mmmmm... As je het weten wil: we hebben op de Zegenbede nog een eerste stuurman nodig enne... as we met de prauw omvallen, ben ik liever in goed gezelschap. | |
[pagina 105]
| |
Cornail
Ik ben bang voor water, meester...
Kaska
Ik wist 't...
Cornail
Wie is de kapitein?
Kaska
Een zekere Lunstroom... Victor Lunstroom... Hij is de akeligste schiper, die er op twee benen rondloopt... As ik zeg akeligste, bedoel ik akeligste! En pas nou op: zijn vrouw vaart ook mee.
Cornail
Zijn vrouw?
Kaska
Cora heet ze... Zwart haar, zwarte ogen en waarschijnlijk een zwarte ziel...
Cornail
Dus het paradijs voor een zeeman.
Kaska
Je vergeet schipper Victor Lunstroom. Eh, wil je het schip zien...?
Cornail
Het schip...?
Kaska
Ja... De Zegenbede, die te hoog ligt... te hoog... Dissonance, gaat over in tingeltangelmuziek. Uitfaden en daarna infaden van fluitende wind.
Cornail
En meester Kaska liet me de Zegenbede zien... We stonden er samen naar te kijken... We werden nat van de regen en de wind sloeg koud in ons gezicht... We keken naar het schip en misschien lag het werkelijk iets te hoog... Maar verder was het een goed schip... Ik geloof, dat jij het ook een goed schip vond, is het niet, Kaska...? | |
[pagina 106]
| |
Kaska
Bij een vliegende storm zal het even rustig liggen, als een ouwe opa op zijn stervensbed, stuur en de schuit zal net zo lang door varen, tot God zelf haar een halt toe roept!
Cornail
In dat geval kan niemand er wat aan doen.
Kaska
Dat denk ik niet.
Cornail
Wat zeg je van de schoorsteen, meester?
Kaska
Zwaar en massief genoeg... Zie je de masten?
Cornail
Okay: ze zijn sierlijk en ze hellen flink naar achter.
Kaska
En de boeg?
Cornail
Die heeft karakter, net zo als de brug en de midscheeps.
Kaska
Een schuit met snelheid, stuur.
Cornail
Ja, een schuit met snelheid... Ik weet 't, meester. Joelende wind even op voorgrond en dan uitfaden.
Cornail
(vertelt)
De volgende morgen zei ik tegen de vrouw, die van me hield en me daarom goed verzorgde, dat ik weer ging varen... niet voor lang... voor één reis... Ze zei niets en begon het ontbijt klaar te maken... Ik vroeg: ben je boos en ze zei:
Vrouw
Kan je boos om iets zijn, waar je altijd rekening mee gehouden hebt...? Vertel het niet verder, zeeman. | |
[pagina 107]
| |
Cornail
Zo erg lang zal het niet duren.
Vrouw
In ieder geval korter dan een leven, is 't niet, zeeman?
Cornail
Vermoedelijk wel.
Vrouw
Is het een goed schip?
Cornail
Wat er aan mankeert heb ik nog niet gezien.
Vrouw
En de naam?
Cornail
Zegenbede.
Vrouw
(zacht)
Zegenbede... Een gekke naam.. of... is het een heilige naam?
Cornail
Ik weet het niet.
Vrouw
Het is een naam om op een grafsteen te beitelen.
Cornail
Dat kan niet.
Vrouw
Waarom niet?
Cornail
Een zeeman wordt in zee gelaten. Even pauze.
Vrouw
Wil je koffie?
Cornail
Ik kom gauw terug. | |
[pagina 108]
| |
Vrouw
Ik kan alleen maar wachten.
Cornail
Je moet goed op jezelf passen.
Vrouw
Waarom?
Cornail
Omdat ik terug zal komen.
Vrouw
Ik zou je graag willen bedanken, zeeman.
Cornail
Waarvoor?
Vrouw
Voor de aardige dingen, die je tegen mij zei: over de kleur van mijn haar, over de glans van mijn ogen, en ik dank je ook, dat je en warme kruik maakte, wanneer ik het koud had en dat je op je tenen liep, wanneer ik al sliep. (Zacht) . Ik geloof wel, dat ik je daar allemaal voor bedanken mag, zeeman.
Cornail
Ik kom gauw terug... heel gauw...
Vrouw
Dat zei je al... Eh, wil je, dat ik naar de haven kom en je nawuif?
Cornail
Jij?
Vrouw
Waanzin... Ik blijf thuis en ik zal nieuwe tabak voor je kopen... Ik hoop niet, dat ze door het lange liggen weer zo droog zal worden: je had er niets aan.
Cornail
Maar ik heb ze opgerookt... | |
[pagina 109]
| |
Vrouw
Jawel... je rookte ze op... om mij plezier te doen... Zie je wel, dat ik je moet bedanken?
Cornail
Ik kom gauw terug...
Vrouw
(zacht)
Okay, zeeman... Je komt gauw terug... Maar je mag me niet vergeten, want dan zou je een leugenaar zijn en wat zou een leugenaar moeten doen op een werkelijk goed schip... dat Zegenbede heet...
Cornail
Je moet je nou mooi aankleden... We zullen de stad ingaan en feestvieren...
Vrouw
We zullen veel lachen, zeeman...
Cornail
En als ik weg ben?
Vrouw
Dan zal de kamer opnieuw leeg zijn en veel te groot... Ik zal de raak van je laatste sigaret nog kunnen ruiken en waarschijnlijk ga ik in je stoel zitten... Om te luisteren, zeeman, naar je voetstappen, die weg gaan... Voetstappen die zich verwijderen.
en naar de korte slag van een deur, die dicht slaat... Dichtslaande deur.
Cornail
Afscheid van een vrouw... en daarna het welkom van de zee... Anders was het niet... en nooit... Fluitende wind. Zacht gedreun van scheepsmotoren.
Cornail
Het schip ‘Zegenbede’ lag klaar om te varen. Ik had kennis gemaakt met kapitein Victor Lunstroom en ik mocht hem niet... Hij was een dikke, uitpuilende man van tegen de zestig, met gore huidskleur, ongezond witte handen en diepe | |
[pagina 110]
| |
traanzakken onder de fletse, waterige ogen. Zijn vrouw Cora was slank en knap... zeer de moeite waard, ik nam me heilig voor geen streken met haar uit te halen. We lagen klaar om te varen... Drie stoten op een scheepsfluit.
Cornail
Ik stond op de brug en kapitein Victor Lunstroom stond naast me. Hij zei nors:
Lunstroom
Wanneer we los zijn, ga ik naar kooi, stuurman, ik voel me ziek...
Cornail
Ay, ay, schipper.
Lunstroom
Zijn de logiezen geïnspecteerd.
Cornail
Het zag er behoorlijk uit.
Lunstroom
Ik ben erkelijk ziek, stuurman... Eh, wat ik zeggen wil: heb je een hekel aan vrouwen aan boord?
Cornail
Je vindt ze overal, schipper, waarom dus niet aan boord van een schip?
Lunstroom
Je zal geen last van d'r hebben.
Cornail
Ik denk, dat alleen de kok er iets van zal merken, schipper.
Lunstroom
Tenslotte is ze mijn eigen vrouw, is het niet?
Cornail
We gaan varen, schipper.
Lunstroom
Je gaf me geen antwoord, stuurman? | |
[pagina 111]
| |
Cornail
Ze is je eigen vrouw, schipper.
Lunstroom
Hou er goed rekening mee... We gaan varen... Okay... ik ga naar kooi, stuurman... Drie stoten op een scheepsfluit. Geluid der motoren harder. Lange stoot op scheepsfluit. Motoren hard.
Cornail
We voeren naar zee... Het schip Zegenbede, met kapitein Lunstroom, die ziek in kooi lag, met zijn vrouw Cora, die nog niet aan dek was geweest, met meester Kaska, de eerste machinist, met een niet geheel voltallige bemanning en met mij, Cornail, stuurman... We voeren volle kracht vooruit naar zee... waar het ruim en vrij was... Regelmatig gestamp der motoren. Een zacht fluitene wind op achtergrond.
Cornail
Meester Kaska en ik aten in de kapiteinskajuit met de schipper en met Cora, zijn vrouw...
Kaska
As je daar nog wat jus hem, stuur...
Cornail
De kok was gul vandaag, meester.. U nog jus, mevrouw Lunstroom?
Cora
Dank U.. Jij, Victor?
Victor
Merci... Ik vind, dat we een snert kok hebben.
Kaska
(lacht)
Hij is zenuwachtig, omdat er een vrouw aan boord is.
Victor
Dan had-ie weg moeten blijven... Wat hebben we aan een zenuwachtige kok? Ben jij zenuwachtig, meester? | |
[pagina 112]
| |
Kaska
Ik niet, ik ben veel te blij, dat we weer es in volle zee zitten...
Victor
Wat is de positie, stuurman?
Cornail
We hebben Kaap Hatteras dwars...
Kaska
Volle zee...
Cornail
Tot de vuurtoren van Great Abaco, meester, dan volgen we de kust weer...
Kaska
Mmmmm... ik heb een hekel aan kusten... geef mij de zee maar: volle zee met lange deining.
Cora
En orkanen... Als het zo ver is, zal ik U aan Uw woorden herinneren, meester.
Victor
(boos)
Begin niet over orkanen, Cora! Je zou een raar gezicht trekken, wanneer we er in verzeild mochten raken (lacht hatelijk) . Ik heb in een orkaan es iemand zo erg zien overgeven dat zijn slokdarm naar buiten wipte. (Lacht sarcastisch) ... Wat zou je het benauwd hebben, Cora. Wat jij, stuurman?
Cornail
Orkanen zijn zeldzaamheden in deze tijd van het jaar. Ik ken de Golfstroom goed en op het weer kan je je horloge gelijk zetten.
Kaska
(lacht)
Mevrouw moet zich maar niet ongerust maken: neem dat van een vette machinist aan!
Cora
Kunnen we een orkaan uit de weg gaan? | |
[pagina 113]
| |
Cornail
Dat is altijd te proberen.
Victor
(hatelijk)
Jij ziet niet graag een vrouw overgeven, is het wel, stuurman? (Lacht sarcastisch) Vooral niet een vrouw als mijn Cora... Mmmmm?
Cora
(zacht)
Je bent moe, Victor...
Victor
Verlang jij maar niet te veel naar orkanen.
Kaska
sussend)
Er was vanmiddag ruzie onder de Chinese stokers... Ik moest er met een schroefsleutel aan te pas komen.
Victor
Daar wist ik niks van, meester!
Kaska
Ik zei 't tegen de stuurman.
Victor
Dus ik tel niet meer mee?
Kaska
U was ziek en niemand mocht u storen.
Victor
(fel)
Ik wil voortaan ingelicht worden, meneer Kaska. (Woedend) D'r gaat wat op dit schip om, wat me niet bevalt!
Cora
(sust)
Je moet je nergens ongerust om maken, Victor, we schieten goed op en alles is in orde... Je bent moe...
Kaska
Dat is mijn zaak! Luister goed, stuurman, as jij en Kaska me een loer willen draaien...
Cornail
Niemand wil u een loer draaien. | |
[pagina 114]
| |
Victor
(kort)
Okay... Pas goed op, stuurman... Ik ga naar kooi... Maak koffie voor me klaar, Cora... Voetstappen op hout. Deur slaat hard dicht.
Cora
Kapitein Lunstroom is moe... en ziek...
Cornail
Het is moeilijk om vrienden met 'm te blijven... ik bedoel: aan boord van een klein schip als dit...
Cora
Hij is ziek, stuurman...
Cornail
Hij is ziek, mevrouw...
Cora
En bovendien houdt-ie van plagen...
Kaska
Ons?
Cora
Iedereen... Hij zou bijvoorbeeld heel graag zien, dat we in een orkaan terecht kwamen...
Kaska
Waarom?
Cora
Omdat ik zeeziek zou worden en groen van angst zou zijn. Dissonances. Gestamp van motoren op voorgrond. Afzwakken naar achtergrond.
Kaska
Cornail!
Cornail
Ja... | |
[pagina 115]
| |
Kaska
Maak wat lawaai... Sla met je fikken op een fluitketel of laat je kiezen rammelen...
Cornail
Waarom?
Kaska
Omdat we op een doodkist varen en ik wil wat horen. Even pauze.
Cornail
Kaska.
Kaska
Ja.
Cornail
Kapitein Victor Lunstroom drinkt... zuipt... tegen de klippen op... Wist je dat?
Kaska
Ik wist 't.
Cornail
Weet je ook, dat hij zijn vrouw afranselt?
Kaska
Ik hoorde haar kermen.
Cornail
Ze verdient beter...
Kaska
Dat weet ik niet.
Cornail
Denk je, dat dit schip een doodkist is?
Kaska
Ik weet het zeker, stuur.
Cornail
Waanzin... Het is een goed schip zonder kuren. | |
[pagina 116]
| |
Kaska
Maar het maakt een mens een stuk ouder... Er is iets, dat me helemaal niet bevalt.
Cornail
Misschien zijn het de haaien.
Kaska
Haaien?
Cornail
Ja, die op je vette buik liggen te wachten.
Kaska
Het zijn de matrozen, stuur.
Cornail
De matrozen?
Kaska
Ze lopen op hun tenen en ik heb ze nog niet horen zingen. Ze zijn ergens bang voor, maar waarom weet ik niet... Ze weten het zelf ook niet... Het zijn net kleine kinderen die op een donkere zolder slapen: overal horen ze wat en ze stoppen hun oren ver onder de dekens om zo veilig mogelijk te zijn.
Cornail
(spottend)
Je krijgt mij niet aan het schrikken, meester... De Zegenbende is een goed schip en een dronken kapitein kan d'r niks aan veranderen.
Kaska
Hadden jullie ruzie?
Cornail
Waarom?
Kaska
Op de stookplaat hoorden ze Lunstroom tieren en vloeken... Waar ging het om? | |
[pagina 117]
| |
Cornail
Om de koers... Het radiostation van Yuma meldde een naderende orkaan en ik verlegde de koers om niet in de staart te komen...
Kaska
Op je eigen houtje?
Cornail
Ja... Lunstroom lag dronken in zijn kooi... Later kwam hij er achter en schold me stijf... Misschien had hij zijn vrouw aan lij willen zien overgeven.
Kaska
Groen van angst... Eh, stuurman.
Cornail
Mmmm?
Kaska
Ik was in de ruimen vandaag.
Cornail
Iets niet in orde?
Kaska
Dat wel, maar... eh, de gassen van het bilgswater maakten mij misselijk en dat is een slecht voorteken.
Cornail
Je bent een oud wijf, meester! Geluid der scheepsmotoren op voorgrond. Daartussen door het gefluit van de wind.
Cornail
Het schip Zegenbede deed zijn best... Voorbij de vuurtoren van Great Abaco zetten we koers naar San Salvador en toen de blauwe toren van Bird Rock in zicht kwam, deinde de grijze zee nog steeds zonder rimpels... Langs het schip zwommen haaien en in de verte speelden dolfijnen... Ik stond op de brug en naast me: kapitein Victor Lunstroom... Motoren en wind. Laten afzwakken naar achtergrond.
| |
[pagina 118]
| |
Victor
We varen, sturman.
Cornail
Ay, ay, schipper...
Victor
Hoe ligt de koers?
Cornail
Op Kaap Maysi... Als we de Windward Passage achter ons hebben, is het naar Panama niet meer de moeite. Had u nog ergens binnen willen lopen?
Victor
Ik dacht aan Ringston, maar we hebben d'r geen tijd voor... Ik zal de post aan een loodsboot afgeven... Eh, ben je getrouwd, stuurman?
Cornail
Hoezo?
Victor
Ik vroeg 't maar zo...Ik bedoel: schrijf je brieven?
Cornail
Soms.
Victor
Aan een vrouw?
Cornail
Ja... aan een vrouw... in New York.
Victor
Aardig?
Cornail
Ik ken uw smaak niet...
Victor
Maar je kent Cora... mmm?
Cornail
Dan bewonder ik uw smaak. | |
[pagina 119]
| |
Victor
(lacht)
Merci, stuurman, merci... Motoren en wind.
Victor
We gaan recht door de Caraïbische Zee, stuurman.
Cornail
De normale route.
Victor
Het kan er lelijk te keer gaan, is het niet?
Cornail
Soms wel.
Victor
Er zijn daar veel kwallen, stuurman.
Cornail
Kwallen?
Victor
Ik heb een afschuwelijke hekel aan kwallen... Ik haat ze... Het zijn net grote, blauwe zwammen en in de nacht glimmen ze van de phosphor... (Bang) Kwallen... Ik haat ze...
Machinegestamp.
Victor
Stuurman...
Cornail
Yessir.
Victor
Je vindt me een ploert, is het niet? Omdat ik dronken in kooi lig en het af en toe met mijn vrouw aan de stok heb... Is het niet, stuurman?
Cornail
U bent de kapitein en ik de stuurman... Ik geloof, dat 't er verder weinig toe doet, schipper...
Victor
Misschien heb je gelijk... Machinegestamp.
| |
[pagina 120]
| |
Victor
Zie je die zee, stuurman? (Lacht bitter.) Daar komen we vandaag of morgen allemaal in terecht... Onder de golven... Ze zeggen, dat je er niet veel van merkt, je hoort alleen een paar kerkorgels spelen... Maar ik hou niet van orgelmuziek... (Bang) En dan heb je altijd met de kwallen te maken, stuurman... God, een mens kan er bang voor zijn, is het niet... Eh, kan je zwemmen? (lacht) Nou ja, al kon je zwemmen als Neptunus: in zo'n grote zee heb je d'r weinig aan... Langer dan een uur kan je het zeker niet volhouden en dan... Die kwallen, die vervloekte kwallen... (Bang en klagend) Ik moet steeds aan die kwallen denken, stuur... Ik kan d'r niet van slapen... Begrijp je... Ik kan d'r niet van slapen... Je kan ze niet pakken, die kwallen... Ze zijn te glad en ze glijden door je vingers heen... Als je in zo'n school kwallen terecht komt, zullen ze je met hun slijm wurgen... heel langzaam, stuurman... tot je er geweest bent... je kunt er niks tegen doen... (Lacht huiverig.) Ze hebben geen beenderen en geen bloed... Het is slijm en draden... Draden en slijm... Het is nog veel erger dan drijfzand, want het duurt langer... Zeg nou es wat, stuurman... Waarom kijk je me zo aan?
Cornail
Dit is een behoorlijk schip, schipper... Deze reis komen er geen kwallen bij te pas... En bovendien: een haai doet het werk veel vlugger...
Victor
Haaien? Wat leuter je over haaien, stuurman: ik had het over kwallen... Het wemelt d'r van... (Zacht) God, het wemelt er van...
Machinegestamp en wind op voorgrond.
Cornail
Kapitein Victor Lunstroom ging van de brug af en ik bleef alleen... Ik dacht aan de vrouw in New York en voelde me onrustig... Ik gaf instructies aan de roerganger en wilde naar midscheeps gaan om een kop koffie in het kombuis te gaan drinken... Maar halverwege stond ik plotseling recht tegen- | |
[pagina 121]
| |
over Cora Lunstroom, de vrouw van de kapitein... Ze keek me strak aan en zei:
Cora
Ik had je even willen spreken, stuurman. Machinegestamp en wind naar achtergrond.
Cornail
Over het menu?
Cora
Over de kapitein... Waar hebben jullie over gesproken op de brug...? (Even pauze.) Hij is ziek en ik ben hier aan boord om op hem te passen.
Cornail
Dat is uw zaak... En het is mijn zaak, om deze schuit naar Panama te brengen... zonder ongelukken... Wat uw man betreft: hij vertelde m, dat hij bang is voor de blauwe kwallen van de Caraïbische Zee... meer niet!
Cora
Mijn man is geen held, vind je wel?
Cornail
Ik ben slecht op de hoogte met helden... Kan ik u verder nog helpen...?
Cora
(zacht)
Ik wilde je iets laten zien, stuurman.
Cornail
Iets laten zien?... Hier?...
Cora
Als het kon: in je hut! Machinegestamp.
Cornail
Zoals u wilt. Machinegestamp, voetstappen op hout. Piepen van een deur, deur slaat dicht en meteen het machinegestamp ver verwijderd: nauwelijks hoorbaar.
| |
[pagina 122]
| |
Cornail
Het is maar een kleine hut, mevrouw.
Cora
Het ruikt er naar goeie tabak, stuurman.
Cornail
(nors)
U wilde me iets laten zien, dacht ik.
Cora
(spottend)
Bang, stuurman?
Cornail
Bang? Waarvoor?
Cora
(spottend)
Voor de vrouw aan boord! Even pauze.
Cornail
Wat wilde u me laten zien?
Cora
Een photo... Deze! Even pauze.
Cornail
(aarzelt)
Dat... is... toch...?
Cora
Victor Lunstroom, toen hij wat jonger was! Aardig?
Cornail
Jawel.
Cora
Kon een vrouw op hem verliefd worden?
Cornail
U?
Cora
Zou 't zo gek zijn, stuurman? (Fel) Natuurlijk was ik op 'm verliefd... Hij bracht me eerst in de hemel en een paar jaar later in de hel... Zo ver is dat eigenlijk niet van elkaar vandaan: even een tussendeur door.
| |
[pagina 123]
| |
Cornail
Hij is veel veranderd...
Cora
Te veel!
Cornail
Wat gebeurde er met hem?
Cora
Ik weet 't niet... Ik weet alleen, dat hij van een jonge kerel veranderde in een ouwe, vette man, wiens adem naar drank ruikt en wiens ziel verkocht werd. Misschien kwam het door zijn zwak karakter, misschien door zijn begeerte naar drank... Ik weet het niet... Maakt het iets uit, stuurman, of hebben we alleen met het feit te maken?
Cornail
Met het feit... Eh, wilt u iets drinken?
Cora
Niets!
Cornail
(spottend)
Bang?
Cora
(zacht)
Ik ben met drank getrouwd, stuurman, maar wat je begonnen bent, moet je afmaken... Ik... (Nerveus) ik... er kunnen nog veel erger dingen gebeuren dan ruzies... daarom ben ik aan boord... ik moet op 'm passen... ik mag 'm niet uit het oog verliezen...
Cornail
Heeft u hulp nodig?
Cora
Misschien... maar ik weet niet waarvoor... Ik... eh... ik hoop niet, dat ik je lastig val, stuurman, maar het is goed om er es met iemand over te kunnen praten. Bij de meeste mensen maak ik me belachelijk... (Fel) Hij haat je, stuurman!
| |
[pagina 124]
| |
Cornail
Wie...? Kapitein Victor Lunstroom...?
Cora
Hij haat je... Daarom kwam ik je waarschuwen... Begrijp je nou, waarom ik op 'm moet passen... Hij haat je, hij haat je...
Cornail
Waarom?
Cora
Omdat je sterk bent... Hij is bang voor je... Victor haat alles, dat hem bang weet te maken... Ook jou...
Cornail
En de blauwe kwallen van de Caraïbische Zee.
Cora
(zacht)
De kwallen... Ik weet 't... Hij kwam met zwemmen in een hele school terecht... Hij was waanzinnig van angst en ik heb hem nog nooit zo veel zien drinken als juist in die tijd... (Peinzend) Ja, Victor is bang voor kwallen... ik weet 't...
Cornail
Hij zal u missen.
Cora
Hij slaapt...
Cornail
Dus? Even pauze.
Cora
Heb je een radio?
Cornail
In een hoek van de kast... ver weggestopt... ik hou niet van radio's...
Cora
Zou je hem aan willen zetten?
Cornail
Als ik u daar een plezier mee doe... Gestommel.
| |
[pagina 125]
| |
Cora
Victor heeft onze radio kapot geslagen.
Cornail
Waarom?
Cora
Omdat ik er graag naar luisterde. Zachte muziek: het refrein van ‘Again’, even doorspelen.
Cora
Kan je dansen, stuurman? Muziek blijft doorspelen onder dialoog.
Cornail
Wilt u dansen?
Cora
Ja... in deze kleine hut... met jou... Ik wist, dat dit zou komen, stuurman... Ik wist het al, toen ik je aan boord zag komen... Je gooide je koffers op dek en in je ogen zag ik de zon, de sterren en de rust van het water... Waarom dans je niet, stuurman? Waarom blijf je daar staan...? Bang voor een kort geluk...? (lach cynisch) . Zo veel gelukkige uren zal het leven niet voor ons over hebben... Waarom dans je niet?
Cornail
We zijn op een schip... Er is een bemanning, er is een kapitein en er is een stuurman... Het schip moet naar Panama, mevrouw... zonder ongelukken... zonder averij. Muziek breekt plotseling af.
Cora
Waarom doe je dat?
Cornail
Ik heb de photo gezien... Het spijt me: voor kapitein Lunstroom... voor u... meer niet... Vlugge voetstappen, piepen van een deur, deur slaat dicht. Gestamp van machine wordt duidelijker. Komt daarna geheel op voorgrond, daartussen door de fluitende wind.
| |
[pagina 126]
| |
Cornail
We voeren verder en het schip Zegenbende deed zijn best... De wijde hemel boven de Caraïbische Zee bleef strak en zonnig... Het weerglas bleef op peil. Ik zat met meester Kaska onder de zonnetent en de kok was aan het vissen... Op het dek lagen drie vissen met rode kieuwen en gele irissen. De kok zei:
Kok
Dat zijn drie vissen van niks, stuur: taai vlees met veel graten... Met die graten zou je iemands keel kunnen afsnijden... Hoe moet ik daar nou een goeie maaltijd van maken, meester?
Kaska
Da's jouw zaak, kok! Graai er met je vingers doorheen, dan hebben we in ieder geval geen gebrek aan vet! (Lacht hard en bulderend.)
Cornail
Hou je gemak, meester...
Kaska
Waarom?
Cornail
Omdat de schipper d'r an komt... Hij heeft een borrel op en dan kan-ie niet tegen lachende machinisten. Gestamp en wind iets afzakken.
Victor
(iets dronken)
Nog bijzonderheden, stuurman?
Cornail
Geen bijzonderheden, schipper: we voeren even volle kracht om verlies in te halen.
Victor
(kwaad)
Waarom zie ik niemand roest bikken, stuurman! Dit schip is geen beerput, is het wel en d'r lopen veel te veel vetzakken over heen. (Gichelt.) Heb je zitten vissen, kok?
Kok
Ay-ay, schipper. | |
[pagina 127]
| |
Victor
Wat gevangen?
Kok
Drie stuks, schipper.
Victor
Aha, vissen met rooie kieuwen: da's bloed, kok, bloed van de lijken, waar ze zich mee voeden (lacht) . Het zijn magere scharminkels, kok, ik denk dat ze niet genoeg te vreten meer krijgen... Maar bak ze lekker bruin, kok... bak ze lekker bruin...
Kok
Dat zal een toer worden, schipper, maar in ieder geval krijg ik ze bruiner dan die vervloekte blauwe kwallen: da's zeker!
Victor
(angstig)
Kwallen... blauwe kwallen... Heb je die in de buurt gezien, kok?
Kok
Het barst d'r van, schipper.
Victor
Kwallen... Heb je heus kwallen gezien...? Echte blauwe kwallen...? (lacht gichelend) . Kwallen... blauwe kwallen... (Woedend en schreeuwend.) Je liegt 't, kok, je liegt 't!
Kok
Met mijn eigen ogen, schipper, vlak om de schuit heen.
Victor
(schreeuwt)
Je liegt 't, kok, je liegt 't... Maar je zal er gauw genoeg kennis mee maken... zwijn... zwijn... zwijijijijin... (Het gegil gaat over in een huilend gelach, dit sterft weg tot een gehijg en gekreun...)
Machinegestamp even op voorgrond, met gehuil van de wind. Dan afzwakken.
Victor
(fluistert)
Cora... ben jij daar... Cora... | |
[pagina 128]
| |
Cora
Je bent moe, Victor...
Victor
(zacht)
Waarom is het zo warm...? Maak wat spuitwater met ijs klaar, kleine...
Cora
Het staat in de kajuit... Probeer gewoon rechtop te lopen, Victor: voor de bemanning... alleen maar voor de bemanning... Machinegestamp even op voorgrond, dan weer afzwakken.
Cornail
Die vrouw is te goed, Kaska... ik bedoel: voor Victor Lunstroom.
Kaska
Blijft' er af, stuur, en bemoei je alleen met engelen, die geen kwaad kunnen.
Cornail
Hij is een schooier...
Kaska
Wie?
Cornail
Lunstroom.
Kaska
Okay... Maar het schip moet blijven varen, stuur... Daarom zijn we aan boord en we worden er vrij aardig voor betaald... (Lacht.) Je zou best mijn rug es kunnen wassen: het kriebelt tussen mijn nekharen...
Cornail
En de slakken zuigen aan je tenen... Ik weet 't, meester, ik heb meer met je gevaren... Trek uit dat hemd! Haal een puts warm water, kok.
Kok
Ay-ay, sturman... ay-ay...... Machinegestamp op tweede plan, met joelende wind.
| |
[pagina 129]
| |
Cornail
Meester Kaska werd gewassen en daarna ging hij schoon en al ter kooi: met een fles whiskey op het nachtkastje... Ik controleerde de roerganger en keek naar de hemel, waar zich donkere wolken begonnen samen te trekken? De roerganger maakte zich er niet al te ongerust over... Hij zei:
Roerganger
Het blijft een lichte nacht, stuur, en erg benauwd zullen we het niet krijgen.
Cornail
Ik weet het niet... Misschien is het beter om alles vast te laten sjorren... Hoe is je koers?
Roerganger
Onveranderd...
Cornail
Hou 'm zo...
Roerganger
Ay-ay, Sir.
Cornail
Sigaret?
Roerganger
As de schipper 't niet ziet.
Cornail
Die slaapt.
Roerganger
Ay-ay, stuurman.
Cornail
Hoe lang vaar je nou al, zeeman?
Roerganger
Veertig jaar... Vroeg op de kustvaart, maar daar kreeg ik ruimtevrees... | |
[pagina 130]
| |
Cornail
En op de Zegenbede?
Roerganger
Mijn derde reis.
Cornail
Met schipper Lunstroom?
Roerganger
Yessir.
Cornail
Gaat zijn vrouw altijd mee?
Roerganger
Deze reis voor het eerst, stuur, en ik kan niet zeggen, dat ik 't leuk vind.
Cornail
Da's bijgeloof.
Roerganger
Ay-ay, sir.
Cornail
Ooit last gehad?
Roerganger
Altijd verschrikkelijke pijn in mijn voeten, stuurman.
Cornail
Ik bedoel van schipper Lundstroom.
Roerganger
We zijn lucht voor 'm: de stuurlui knappen het op.
Cornail
Waar kom je vandaan, zeeman?
Roerganger
Van 't Westen: ik had eigenlijk boer willen worden. Da's gek, stuurman! | |
[pagina 131]
| |
Cornail
Getrouwd?
Roerganger
Met mijn pantoffels en met de zee. As de jongens me in een stuk zeildoek naaien en over boord wippen, hoop ik dat ze me mijn pantoffels na gooien: ik heb ze overal hard nodig, zie je. Hoor je, dat het harder gaat waaien, stuur? Joelende wind op de voorgrond.
Cornail
Ik zal ze laten sjorren, zeeman.
Roerganger
Ay-ay, sir! Machinegestamp en sterke wind
Cornail
Ik liet de jongens alles vast sjorren en maakte een ronde over het schip... Uit de kajuit van kapitein Lunstroom en zijn vrouw scheen een zwak licht, maar ik hoorde niets... Meester Kaska sliep met de fles whiskey in zijn armen... Alles was okay en wanneer de storm mocht losbreken, zou ik het schip klaar vinden... Ik ging naar mijn hut en probeerde aan de vrouw te schrijven, die in New York op me wachtte... Ik probeerde met haar te praten, want ik zag haar duidelijk voor me, heel duidelijk... Ze zat in haar kamer, in een stoel bij de kachel... Ze rookte en ze keek me peinzend aan... Machinegestamp en sterke wind. Langzaam uitfaden tot geheel naar achtergrond.
Cornail
Ik was blij, dat ik haar wat kon vertellen... Machinegestamp en wind geheel weg.
Vrouw
Waarom ben je bang, zeeman?
Cornail
Het is geen angst: het is onzekerheid.
Vrouw
Waarom praat je er niet met Kaska over? | |
[pagina 132]
| |
Cornail
Ik heb net zijn rug gewassen en nou slaapt-ie.
Vrouw
Is alles okay?
Cornail
Het is een goed schip, maar als we in Panama zijn, monster ik af... De Zegenbede is werkelijk behoorlijk, zie je, maar ze is een te koele vrouw, om erg onder de indruk te raken... Het is alleen maar de moeite waard, haar netjes aan te kleden en met haar te pronken... Maar ik kan niet zeggen, dat ze te hoog ligt en haar machines lopen regelmatig...
Vrouw
En Victor Lunstroom?
Cornail
Hij haat me.
Vrouw
Om zijn vrouw?
Cornail
Dat komt er ook bij.
Vrouw
Is ze aardiger dan ik?
Cornail
Nee, maar wel gevaarlijker.
Vrouw
Ik dacht dat jullie dat nodig hadden.
Cornail
Niet op een schip... hoogstens op een mailboot!
Vrouw
Misschien vaar je ook graag op zo'n mailboot.
Cornail
Ik zou het er in ieder geval gemakkelijker hebben dan op de Zegenbede... | |
[pagina 133]
| |
Vrouw
Waarom?
Cornail
Omdat schipper Lunstroom dronken op kooi ligt.
Vrouw
Waarom laat de rederij 'm dan varen?
Cornail
Dat weet ik niet.
Vrouw
En Kaska?
Cornail
Die weet 't ook niet... Hij zegt, dat schipper Lunstroom ergens bang voor is... Hij noemt 'm een vette, slijmerige pad, die je het sap uit de lenden moest knijpen... Yessir, misschien is 't ook wel zo...
Vrouw
(zacht)
Victor Lunstroom maakt me bang...
Cornail
Waarom?
Vrouw
(idem)
Omdat er iets gaat gebeuren.
Cornail
Wat dan?
Vrouw
Ik weet 't niet... (Peinzend.) Kaska zegt, dat de Zegenbede een doodkist is, want de matrozen zingen niet en lopen op hun tenen... Het is stil aan boord, is het niet, zeeman?
Cornail
Het is zo stil, dat de kok met de koffie morst, omdat hij denkt God zelf te horen adem halen.
Vrouw
Misschien vaar je op een dodenschip... Een schip met zwarte zeilen... | |
[pagina 134]
| |
Cornail
In ieder geval moet 't naar Panama... (Opgewekt.) Het is een goed schip en wat heb ik dan met zwarte zeilen te maken...? Vertel me dat es, kleintje...
Vrouw
(bang)
Is het werkelijk een goed schip... zonder fouten?
Cornail
Dat moeten we afwachten... Ik hoop niet, dat je denkt, dat je een schip leert kennen in glad water...
Vrouw
Zo is het bij de mensen ook niet, zeeman.
Cornail
Maar ze zouden het wel graag willen... Even de wind infaden.
Hoor je de wind? Wind komt naar voren, daar tussen door de scheepsmachines.
(Vlak voor microphoon.) Het is beter, dat ik naar de brug ga, kleine... Zie je, dat het weerglas ook is gaan zakken...
Vrouw
Wanneer kom je terug... na Panama...? Wind op voorgrond.
(Vlak voor microphoon.) Na Panama...? Na Panama...? zeeman...?
Geweld van de storm even op de voorgrond blijven.
Kaska
(schreeuwt)
Cornail...!!!
Cornail
(boos)
Doe toch die donderse deur dicht, Kaska! Deur met slag dicht, storm iets meer naar achtergrond.
Kaska
(hijgend)
Je mot effe meekomme, stuurman.
Cornail
Is de boel stuk soms...? De machines...? | |
[pagina 135]
| |
Kaska
Nee, da's allemaal okay, stuur...
Cornail
Nou... wat moet je dan, meester?
Kaska
't Gaat om de schipper... Kom nou effe mee...
Cornail
Ik moet eerst naar de brug...
Kaska
Laat die nou maar effe wachte...
Cornail
Kom op, meester. Deur open, geweld van de storm weer naar voorgrond.
Cornail
(moeilijk tegen de storm in)
Hou je haaks, meester...
Kaska
(idem)
Ay-ay...
Cornail
(idem)
Wat moet ik nou bij de schipper...?
Kaska
(idem)
Ay-ay...
Cornail
(idem)
De schipper kan doodvallen.
Kaska
(idem)
Ay-ay... Kan je 'm nou horen...? Pauze. Wind.
Kan je 'm nou horen lachen...?
Cornail
(idem)
Wie? | |
[pagina 136]
| |
Kaska
(idem)
De schipper...! Tussen het lawaai van de storm door het hysterisch gelach van Lunstroom. Het gelach komt naar voorgrond, maar de storm zwakt niet af. Beide geluiden een kort ogenblik op voorgrond. Dan de wind naar achtergrond en op voorgrond het wegstervend gelach van Lunstroom.
Cornail
(wanneer het gelach geheel weg is)
Ja, Kaska, ik hoorde hem lachen... We hoorden het samen... Victor gichelt. Deur wordt hard dicht gesmeten en meteen op achtergrond weer het lawaai van de wind en het gestamp van de machines.
Cornail
Daar stonden we, Kaska... Jij en ik... In de hut van schipper Lunstroom... Er lagen een paar gebroken stoelen op de grond... Een koffiepot lag aan scherven en vlak voor ons stond Lunstroom... Zijn opgetrokken lippen waren wit van het schuim... Tegen het pafferige, lijkbleke gezicht met de enorme traanzakken kleefden grote druppels zweet... Hij keek ons aan en vroeg fluisterend:
Victor
Wat kom je doen, stuurman... En jij, meester?
Cornail
We gaven geen antwoord... We keken alleen maar naar de vrouw, die op de grond lag... waar de handen van schipper Lunstroom haar geslagen hadden, zagen we kleine droppen bloed... Ze zei niets... Ze bewoog zich ook niet... Maar we hoorden haar adem halen... Lunstroom kwam een stap naar voren en hij vroeg opnieuw:
Victor
Wat kwamen jullie doen? Zeg op, Kaska!
Kaska
Ik hoorde haar gillen, schipper... en jou lachen... Het leek | |
[pagina 137]
| |
me goed om de stuurman te waarschuwen... Ik bedoel: voor je haar vermoord zou hebben.
Victor
De stuurman hoort op de brug... het stormt!
Cornail
De schuit vaart, schipper...
Victor
Ay-ay, stuurman... (Lacht spottend.) Je ziet bleek, meester, ben je bang voor de storm?
Wind even naar voren.
Kaska
Waarom sloeg je haar aan wal niet door, schipper?
Victor
(zacht)
Ik zie je handen beven, Kaska.
Kaska
Had je geen zweep?
Victor
Wat heb je aan een machinist met bevende handen?
Kaska
Aan boord brengt 't ongeluk.
Victor
Wat brengt ongeluk?
Kaska
Een schipper als jij, meneer!
Victor
Ik heb 't liever over de luiken, Kaska.
Cornail
De luiken zijn in orde.
Victor
Ay-ay, stuur... (Gichelt) . Soms slaan ze in en stroomt het water de ruimen binnen... Veel water, stuur, veel water... D'r is geen houwe an...
| |
[pagina 138]
| |
Cornail
Zelf? Wind even opkomen.
Ay-ay, schipper... 't Stormt... Controleer de luiken zelf... Om zeker te zijn... Voetstappen op hout, die weg gaan. Deur open en meteen volle wind. Deur weer dicht, wind weer op achtergrond.
Cornail
Hij is de luiken controleren, Kaska...
Kaska
Hij is bang voor water in de ruimen...
Cornail
Je ziet bleek, meester...
Kaska
Het is een vreemd schip met een vreemde naam en een vreemde kapitein... Wat er goed aan is, moet je es voor me opschrijven, stuurman... Dan kan ik 't uit mijn hoofd leren... Zo maar uit mijn blote hoofd... Voetstappen die weg gaan. Deur open. Volle wind. Deur dicht en de wind terug naar achtergrond.
Cornail
Meester Kaska ging weg... Naar zijn machines... We bleven alleen in de hut van de schipper: de vrouw... Cora... en ik... Ze richtte zich op en ik zag haar ogen... doffe ogen... ze vroeg:
Cora
Waarom kwam je de hut binnen, stuurman?
Cornail
Dat lag aan Kaska.
Cora
(zacht)
Ik zag zijn handen beven.
Cornail
Niet door de storm. | |
[pagina 139]
| |
Cora
(zacht)
Hij was bang... Bang voor een vrouw, die geslagen werd... En jij, stuurman? Wind even opkomen. Daarna geheel weg.
En jij, stuurman?
Cornail
Misschien was ik werkelijk bang... Ik weet het niet... Waar kijkt u naar?
Cora
Naar mijn wonden.
Cornail
Ze zullen overgaan.
Cora
Of littekens blijven... Zag je ooit een vrouw met littekens, stuurman... Op haar gezicht, in naar hals... op haar schouders? (Pauze) . Waarom kwam je binnen?
Cornail
Ik zei, dat 't aan Kaska lag: hij kwam me halen...
Cora
't Had geen nut, stuurman.
Cornail
Misschien was het in het belang van de tucht: we zijn op een varend schip...
Cora
Een schipper staat boven de Wet...
Cornail
Alleen zolang hij een goed schipper is...
Cora
Waarom vroeg je niet, waarom ik geslagen werd?
Cornail
Omdat 't mijn zaak niet is... | |
[pagina 140]
| |
Cora
(zacht)
Waarom vraag je 't niet, stuurman?
Cornail
Wat?
Cora
Waarom schipper Lunstroom me sloeg... (Zacht) Vraag 't, stuurman... vraag 't...
Even pauze.
Cornail
Om mij?
Cora
Om jou?... Nee, niet om jou, stuurman... (Zacht) Hij sloeg me...
Cornail
Waarom?
Cora
Om het schip Zegenbede!
Cornail
't Schip.
Cora
(fel)
Hij sloeg me om een schip, stuurman... Om een schip, dat gedoemd is onder te gaan... Om een schip, dat zal zinken in opdracht van de rederij...
Cornail
(zacht)
Zinken?
Cora
(zacht)
Om een dodenschip, stuurman, dat door zijn eigen kapitein een graf zal vinden... Dissonances.
Cora
Het is een triest verhaal... Het verhaal van schipper Lunstroom... Dronken Victor Lunstroom, die zijn schip gaat verraden voor een paar handen geld... Midden op een gladde zee, stuurman... misschien in een lichte nacht... Begrijp je, waarom de rederij hem in dienst hield... begrijp je 't? | |
[pagina 141]
| |
Cornail
En jij... Wat speelde jij voor een rol...
Cora
Mijn rol?... Ik hoorde het vlak voor het vertrek uit New York, omdat Victor dronken was en te veel zei... Ik besloot mee te gaan om 'm tegen te houden...
Cornail
(zacht)
Daarom werd je geslagen...
Cora
(dof)
Daarom werd ik geslagen...
Cornail
(in de war)
Een schip, dat op een gladde zee vergaat... Dat kan alleen wanneer het een slecht schip is... met fouten... Maar de Zegenbede... Het is een goed schip... De Zegenbede is een goed schip, is het niet?... Het is een goed schip... een werkelijk goed, fier schip...
Cora
Het is hoog verzekerd en de rederij staat er slecht voor... Ze hebben geld nodig... veel geld... Wat geeft 't dan of een schip goed of niet goed is?...
Cornail
(zacht)
Er zal een goed schip vergaan... bij kalm weer.
Cora
In het ruim staan drie kisten met dynamiet... Het zal 's nachts gebeuren... Onverwacht... Hij zal de lont aansteken en vluchten met de jol... Met mij... of zonder mij... Ik dreigde hem alles aan jou te zullen vertellen en hij zei, dat hij me zou doodslaan: beetje voor beetje... (Smekend) Ik kon 'm niet tegenhouden, stuurman... Ik ben een vrouw en wat betekent een vrouw voor Victor Lunstroom?...
Cornail
En de bemanning... en Kaska? Pauze.
Waarom zeg je niks? (Lacht) Naar de hel met die anderhalve matroos en de zwetende meester Kaska... Is het niet?
| |
[pagina 142]
| |
Cora
(dof)
Ik heb voor jullie gevochten... Dat ik het moest verliezen, was niet mijn schuld... (Smekend) Ga niet zo weg, stuurman... niet zo... (Zacht) niet zo...
Cornail
Ik heb nog iets te doen... Sluit de hut af en blijf hier... Misschien moet ik je bedanken... Ik bedoel: voor je verhaal en voor de geschiedenis van schipper Lunstroom... Ja, ik geloof wel, dat ik je bedanken moet... Voor mij en meester Kaska was het niet zo erg geweest... Maar er zijn er onder ons, die veel te verliezen hebben... Ook al zwerven ze hun hele leven over alle zeeën van de aarde... Daarom moet ik je bedanken, voor hen... alleen voor hen... Voetstappen. Die weggaan, een deur open, de deur weer dicht. Infaden van fluitende wind en machinegestamp.
Cornail
Een dodenschip voer over het water en zette koers op Panama... Wind en machinegestamp.
Op het voorschip waren de jongens zich aan het wassen... Ik ging naar het kombuis, waar de kok me een gebakken ei voor mijn neus hield... Hij zei:
Kok
Ik had er nog net drie, stuur... Een voor de meester, een voor jou en een voor ikke, zei de gek...
Cornail
Ik wou je wat vragen, kok...
Kok
Jatte doe ik niet, stuur...
Cornail
Eh... kan je zwemmen, kok?
Kok
Zwemmen? Ben ik een eend, stuur... Nee, ik kan niet zwemmen, meneer, mijn ouwe moeder most er niks van hebbe... | |
[pagina 143]
| |
Cornail
Da's lelijk, kok.
Kok
Lelijk? Waarom lelijk? As 't er op an komt, is 't gemakkelijk: questie van een ogenblikkie... (Bang) Je gaat 't me toch niet leren, stuurman?
Cornail
Waarom zou ik jou zwemmen leren, kok?
Kok
Nou ja, 't zou toch kunnen, is het niet? Weet je wat 't is, stuur: as 't een keer ooit zo ver komt, zal de zee weinig last met me hebben en daar ben ik eigenlijk maar blij om ook... Waarom eet je nou dat ei niet op, stuurman?
Cornail
Omdat ik geen trek heb... Dag kokkie...
Kok
(joviaal)
Ay, ay, stuur. Zacht gefluit van de wind en op achtergrond gestamp der machines.
Cornail
De wind werd minder en het schip Zegenbede maakte een goeie voortgang... Ik ging naar de brug, controleerde de koers en pakte het weerbericht... Daarna liep ik naar de kaartenkamer... Ik deed de deur open... Piepen van deur.
Victor Lunstroom zat aan de tafel... Ik deed de deur weer dicht... Wind weg.
Piepen van deur en slag. Lunstroom keek me aan en vroeg:
Victor
Had ik je geroepen... Voetstappen op hout.
Wat kwam je doen?... Voetstappen weg.
Cornail
Ik breng het weerbericht, schipper. | |
[pagina 144]
| |
Victor
Mmmm... 't Wordt beter weer, stuurman.
Cornail
Morgen lopen we Panama binnen... Het was een goeie reis, schipper...
Victor
Een beste reis, stuurman...
Cornail
En een goed schip...
Victor
Vind je?
Cornail
Een prima schip... 't Zal morgen veilig tussen de pieren varen... dat komt een goed schip toe, is het niet? Weet je wat het is, schipper: wanneer een zeeman op een goed schip vaart, gaat-ie er van houden... Als van een vrouw... Hij heeft 't beste met d'r voor en weet je wat zijn enige wens is... Dat ze mekaar trouw mogen blijven: het schip en hij...
Victor
Mij best, stuurman... Had je nog meer?
Cornail
Nog even, schipper... As je d'r belang in stelt: ik sprak met je vrouw...
Victor
(bang)
Met mijn vrouw?
Cornail
Ze vertelde me van een dronken schipper, die zijn schuit wil laten vergaan... op een gladde zee... in opdracht van zijn rederij... Dat is precies, wat ze vertelde, schipper... Precies... Korte dissonance.
Victor
Je hoorde haar uit, is 't niet, stuurman. | |
[pagina 145]
| |
Cornail
Ze vroeg me alleen of ik haar iets wilde vragen.
Victor
Wat?
Cornail
Waarom je haar sloeg. Lunstroom gichelt.
Victor
(gichelend)
Ze is verliefd op je, stuurman... (Lacht harder) . Ze is verliefd op je... en jij op haar... (Gichelt) . Daarom kreeg je haar aan het praten... Alsmaar praten, stuur... alsmaar praten... een stoere zeeman met een knappe vrouw (Gichelt) . En nou, stuurman... en nou... Wou je me in de boeien slaan... wou je dat heus...
Cornail
't Zou weinig nut hebben, schipper... De volgende keer zouden ze je weer een goed schip toevertrouwen... Is het niet?...
Victor
(gichelt)
Misschien wel, jonge... misschien wel...
Cornail
Ik weet 't wel zeker... Daarom is er een andere oplossing...
Victor
(gichelt)
Je bent verliefd op d'r, stuurman...
Cornail
Nee!
Victor
Niet?
Cornail
Het is erger... Ik hou van d'r...
Victor
(zacht)
Van Cora? | |
[pagina 146]
| |
Cornail
Nee!... Van 't schip... van 't schip Zegenbede... Even laten opkomen: wind en gestamp der machines. Weer wegfaden.
Cornail
Je wilde 't schip vannacht laten zinken... Je wilde een goed schip laten zinken, schipper... Iets erger kan ik me van een zeeman niet voorstellen...
Victor
(fluistert)
Wat heb je daar, stuurman... wat heb je daar... in de hand... (Zacht) Een revolver... een revolver...
Cornail
De scheepsrevolver, schipper...
Victor
(bang en zacht)
Wat... wat wil je, stuurman... wat wil je?
Cornail
't Gaat om een goed schip... en ook om andere goede schepen... Het gaat niet eens om de matrozen en de stokers, die zich aan je hebben toevertrouwd, schipper en die je als ratten wilde laten verzuipen... 't Gaat ook niet om meester Kaska... of om de kok... 't Gaat om het schip, dat ons beschermt in de storm... 't Gaat om alle goede schepen van de zee - Die recht hebben om te leven... als de mensen...
Victor
(bang en zacht)
De revolver... stuur... de revolver... waarom?...
Cornail
(fel)
Om je van de zee weg te vagen, schipper... voor goed... En we laten je niet in zee zakken, want later zou ze misschien wraak kunnen nemen voor zo'n belediging... We brengen je lichaam aan wal... in Panama... en we stoppen het diep onder de vochtige aarde... ver van de zee... ver van de golven en de luchten...
Victor
(snikt)
Ze lieten me geen keus, stuur... de maatschappij liet me geen keus... | |
[pagina 147]
| |
Cornail
Je bent een lamme vetzak, schipper... een vervloekte lamme vetzak... Maar toch moet je vroeger anders geweest zijn... Hoe zou er anders een vrouw van je gehouden kunnen hebben... Ik wil die vrouw een plezier doen, schipper... Alleen die vrouw, versta me goed...
Victor
(hoopvol)
Een plezier... Cora...
Cornail
Ze draagt je naam en ik wil niet, dat d'r naam gaat stinken... Daarom wil ik je een kans geven, schipper... Je mag kiezen...
Victor
(zacht)
Kiezen... Wat wil je, dat ik kies, stuurman...
Cornail
Je hebt een vervloekte ziel, schipper... Maar misschien geloof je nog aan de eer van een zeeman... Misschien hecht je toch nog waarde aan de glorie van een graf in de golven: een eerlijke, goede dood, schipper... Dat is meer, dan de meeste mensen verdienen... Je mag kiezen, schipper... je mag kiezen...
Victor
(huilend)
De revolver... de revolver... doe weg, stuur... doe weg...
Cornail
Of de zee, schipper Lunstroom... of... de... zee... Infaden van flinke wind, die huilt en joelt. Gestamp van de machines.
Cornail
Een laatste nacht viel traag over het schip Zegenbede... De lucht was donker en er stond een hoge deining... Ik zat in mijn hut... Wind en gestamp iets wegfaden.
Ik dacht niet aan schipper Lunstroom... Maar vlak voor me zat de Vrouw, die in New York op me wachtte... Ze raakte met haar hand mijn wang aan en zei zacht:
Vrouw
Na Panama kom je terug, zeeman... | |
[pagina 148]
| |
Cornail
Na Panama... en de dood van schipper Lunstroom...
Vrouw
Hij staat in de kaartenkamer... Hij ruimt brieven op... Hij draagt een dikke jekker en een Zondagse pet met gouden embleem...
Cornail
(zacht)
Hij moet kiezen... Hij weet 't...
Vrouw
Hij heeft zijn keus al gemaakt... Hij weet immers, dat je woord houdt... Hij kijkt in de spiegel, zeeman... Hij zegt iets... Hij zegt iets...
Victor
(angstig)
Als er maar niet zo veel kwallen waren... blauwe kwallen... blauwe kwallen... honderd... duizend blauwe kwallen... ze zullen je wurgen... ze zullen je wurgen...
Vrouw
Hij gaat naar dek, zeeman...
Cornail
Er zullen weinig kwallen zijn vannacht... Hij boft...
Vrouw
Hij gelooft je niet
Victor
(angstig)
Natuurlijk zijn er kwallen... Er is geen maan... De zee wordt verlicht door phosphoor... Dat is van de kwallen, stuur... duizend... honderdduizend...
Vrouw
Ga naar de verschansing, schipper... leg je handen op het hout... en luister... naar de eeuwige wind... naar de eeuwige wind op zee... Wind op voorgrond.
Victor
(angstig)
Waarom zijn er zo veel kwallen, stuur... Dat kan je me toch niet aandoen, stuurman... Je weet toch, dat ik bang voor kwallen ben... | |
[pagina 149]
| |
Cornail
Klim op de verschansing, schipper... Ga zitten... Kijk naar de zee... Naar de golven... Ik zie je tranen, schipper... Dikke, biggelende tranen...
Victor
(angstig)
De kwallen... Laat ze weg gaan, stuur... Ze zullen me wurgen... in hun draden... in hun slijm (Huilt) Laat ze weg gaan... Laat ze weggaan...
Felle windvlaag en een gillend gekrijs van schipper Lunstroom, dat langzaam in het gejoel van de wind wegsterft.
Stilte. Aanstormende voetstappen, geklop op deur.
Roerganger
(hijgend) (van achter de deur roepend)
Stuurman!!!
Cornail
Ja! Deur open en even felle wind tot deur weer met slag dicht.
Roerganger
Er ging iemand over boord...
Cornail
Over boord?
Roerganger
Ik stond op dek en hoorde wat...
Cornail
Wat hoorde je...
Roerganger
Een schreeuw...
Cornail
Een schreeuw?... (Spottend) Hoe lang ben je op zee, roerganger...
Roerganger
Veertig jaar... | |
[pagina 150]
| |
Cornail
Heb je dan nooit es een meeuw horen krijsen?
Roerganger
Een meeuw?
Cornail
Ik zei: een meeuw, roerganger... Even pauze.
Roerganger
(begint te lachen)
As je me nou... Eeen meeuw... (Lacht harder) Een meeuw... Ja, natuurlijk was het een meeuw... Ay-ay, stuur...
Voetstappen verwijderen zich.
Cornail
(roept)
Laat de deur maar open, roerganger... 't Is hier benauwd in die hut...
Roerganger
Ay-ay, stuur... Deur open. Infaden van wind en machinegestamp.
Cornail
(vlak voor microphoon)
Een meeuw... ik zei: een meeuw, roerganger... Een mooie, witte meeuw... Eindigen met wind en toepassende slotmuziek.
EVE WARANS. |
|