Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 3(1948-1949)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1032] [p. 1032] De bottelaar Die zijn gedachten bottelde met smart, met vreugde soms, en vaak, och hij bekent het eerlijk, want de smaken zijn verwend, bang voor de kring van kenners, die benart... Hij neemt de flessen uit het rek en schendt onmiddellijk het jonge stof, dat part noch deel wil hebben aan wat kil, wat hard is, waar de wereld buiten blind naar rent: geld. Ach, nog is de kelder, schaars-verlicht, zijn wijnen rijk. De bottelaar wordt ongerust; straks spijkert hij ook deze kist weer dicht. Ontkurk de fles in 't allerlaatst gericht, gedenk den bottelaar, zijn lege fust, en proef daarna, in godsnaam, elk gedicht. Vorige Volgende