Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 3(1948-1949)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Naamloos lied Het Woord, dat in Den Aanvang was, heeft ons een Schepping voorgelogen. Wij werden Gods Mond uitgespogen en tuimelden in vochtig gras. Wij leefden toen in vrede saam en spraken niet, maar konden zingen, waren verwonderd om de dingen, doch kenden nog voor hen geen naam. Het levend gaan van kleur en lijn doorvoer ons met verrukte huiver, en ons gemoed was licht en zuiver als zondoorklaterde fontein. God heeft ons klaar gezang gehoord en sprak in afgunst: ‘Boom van Weten’. Opdat diens vrucht niet werd gegeten gaf Hij ons, met verbod, het woord. Toen kregen alle klanken zin. Het lied verstomde voor het spreken. Toen kreeg elk ding zijn eigen teken en dat dreef ons de wereld in. Het kwaad van 't woord doet ons vergaan, want wie kan spreken zonder liegen? God, wil ons langer niet bedriegen! Maak toch Uw leugen ongedaan. [pagina 29] [p. 29] Het kwaad, dat Gij hebt aangericht toen Gij in droom het Woord liet vallen, het springt terug als kinderballen. De leugen stuit voor Uw Gezicht. Dit zijn de grenzen van Uw macht: het Woord, dat Gij wel uit kondt zeggen, Gij kunt het niet aan banden leggen. De vloek daarvan treft ons geslacht. Zit als een Rechter dan ten troon en leg Uw maatstaf als onz' daden. Gij toch hebt ons het eerst verraden! Wordt daar Uw machtspreuk niet een hoon? Wij hebben zelden U gevloekt als wij met leed Uw wet vervulden. Wij werden groter in ons dulden, Uw kwaad werd aan onz' zij' geboekt. Gij kunt U in Het Levend Land op Uwe Eeuwigheid verheugen, wij sterven daaglijks aan de leugen. Hij prijst U nog, die knarsetandt. 'k Had gaarne met U afgedaan. Laat dit gebed tot voor U treden: ‘Behoud Uw Hemel. Geef ons Eeden.’ 't Is woord, en wordt dus misverstaan. Vorige Volgende