juli / augustus 2009
5
Ik lees een boek van achter naar voren en weet dat ik
zo meteen op de bladzijde kom waar iemand een kruisje
heeft gezet voor de allermooiste zin. Wat de allermooiste zin is
weet ik nog niet, maar het is de zin waar ik 's nachts om huil
omdat het ochtend is en ik een nacht niet heb gehuild
omdat het ochtend... Zo keer ik wat ik denk om in cirkels,
alsof ik met mijn wijsvinger een kristallen glas laat zingen.
Ik keer het om totdat het achterstevoren en binnenstebuiten
of omgekeerd is. Wanneer ik bij de zin met het kruisje kom,
sla ik de bladzijde om en beland in het deel van het boek
waarin alles nog goed was.
Dit gedicht, het vijfde uit een cyclus, zal verschijnen in Tirade 429 dat medio augustus uitkomt.