november 2008
dek tafel en eet vrede
voorbij de geschiedenis, aan de rand van het rooster
was moedertaal gereduceerd tot noodlokaal, barakkenkwestie
we stelden ons voor, zagen revius zich tussen vuren wentelen
viegen hebben werd als koel beschouwd
ruggengraat en sportfanaat, slogans aan de wand
viegen werd als koel beschouwd, als is dat niet het woord
domein ter linkerzijde, overdreven ramen
achter suïcidale luxaflex veel glas
veel gras, over de rand van dit groene universum
vergoten bladeren, glimmend blik, zakjes overleden boterham
sporadisch leven, eenzame hond, eenhoorn op de schutting
iets, krakerig, stond bijzonder op stapel
viegen veegde stof en gruis, o symboliek, o symboliek
hij moest zich verontschuldigen alvorens speel te duwen
grote grijze machine, een meedogenloos monster dekte de tafel
een cassettebandje werd gegrepen en soeverein verzwolgen
sesam sloot, geluid als mieren, ondragelijk als hitchcock
hoor ik adamsappel of film ik dat?
nostalgie verzwelgt herinneringen, vergrijpt het geheugen en smakt het
fragmentarisch ad hoc neer
dek de tafel, stem die ik als opa wil
hoor ik muziek of film ik dat?
doublerende kornuiten en andere kameraden
dobberen alleenzaam tweedepauze hallucinaties na
niet ik, mijn leven is finaal verwoest
geluk, tenslotte niets dan geluidsgeluk
bij ongeluk heb ik het schriftje nog
‘Dek tafel en eet vrede’ zal verschijnen in een nieuwe aflevering van Tirade, nr. 425 (oktober 2008, het ‘Koffernummer’).