juli / augustus 2006
Het volle pond
Grandioos mislukt aan de navelstreng
willen je houwen fokking trouwen
nestje baby bouwen rouwen op hún tijd
dat noemen ze ‘ik’ fok de shit
mijn leven zeker streng als een ontwenningskuur
ik spacete op de crèche met in mijn fles een goedje
ik spacete van groep één tot acht ik bracht
mijn middelbare school tot grote hoogte
met de pillen in mijn mik geen chick ooit
op een droogje stolli vodka voor de flow
ik kom 's ochtends niet meer thuis
ik heb no nono huis ik hoef geen buis
ik huur mezellef van het leven voor een snuif
ik weet nu even niet waar ik gebleven
vind mijzelf vanavond wel weer uit
met flessenpost en steeds een nieuwe
bruid op knieën bij de afterparty
trekt de kar die voor haar staat laat
wordt het nooit meer tijd een trendje
onze dood gaat dronken over straat.
Je e-mail heeft mijn firewall doorboord
heeft mijn oog ontdekt voor diepe wensen
zonder map mijn pijltje vliegt het scherm op en af
hoe wist je mijn adres ik heb je nooit gekend
beletterd is je stem die naar mij wenkt
en vorm krijgt in wat ik aan je schrijf
in Word mijn cursor tast je lijf en leden af
ik vul je aan ik schaaf je bij verwijder ongerechtigheid
ik krijg je naakt geen sletje dat als spam herkend
maar een toorts van ongeziene liefde liefje wacht
één muisklik en ik ben vannacht bij jou
pijltje schokt naar ‘ja’ raakt ‘nee’: niet opgeslagen
browse ik als digiredeloze loser alle lagen af -
staat alles stil jouw virus wakkert dieper zwart
aan in mij zo ziek van liefde dat ik crash.
aan moeders arm zanikt vrede
geen ijsje maar een autobom
drie stappen twintig yards
mijn scherpe schaduw werpt op straat
mijn grijns betekent nieuwe actie
een meisje beertje op de rugzak
hoek rechts een startende starter
op mijn loopbaan een raket
op jouw carrière morgenrood
gereutel in de afvoerputten
ik weg bestijg een flatgebouw
hoek links buren in het trappenhuis
schok schok schok lekker schok
vuurtje schatje (aaargh!)
eindelijk ben waar zzèn wil
kom op jongens moven zeg ik
de wereld is een winkelpui waarachtig daar
ligt het leven niet maar willen er wel bij
een leeg bad wat sei ik nou en nul is nul
maar jopie hier mohamed daar
ik heb mijn sjaal mijn stolli vod zing:
‘hondje moet de kip verkrachten’
iedereen toch wierp naar ons de eerste steen
iedere krant toch zag het lege bad de open handen
goed gezien! geloof je eigen kutverhaal
moven naar het journaal ik ben er niet
ik ben als jopie en mohamed en de eerste steen
de fijne vrede heeft ons grof geschuurd voor ons
te lang geduurd kom ons maar hakken in het gareel
onze oorlog is een blind paard dat no nergens
komen wil dan bij zichzelf en daar te steigeren
in een woede zonder stal en zonder tekens yo
het is het leven zelf dat donderend door ons heen
trekt de zwarte gal die breekt is onze vrede.
‘Het volle pond’ zal worden opgenomen in een volgende bundel van Robert Anker. Eind april verscheen, bij Em. Querido's Uitgeverij, van zijn hand de bundel Heimwee naar.