mei 2001
Grieks pasen
Een stropop wordt verbrand
om middernacht. Bang ben ik.
en lacht. Het zijn háár vlammen
waarmee ze aan het verdwijnen is, in wezen
Wat is mevrouw Sotiropoulou vrolijk!
Ik krijg een papaverrood geverfd ei.
Het bevatte andere mogelijkheden
voordat het werd gekookt.
Het bevat andere mogelijkheden
voordat het wordt gegeten.
Hetzelfde geldt voor brood en wijn,
als voor alles wat verandert.
ben bang en tegelijk ga ik op
in de pracht van de sterrennacht,
teruglopend door de bloemenwei
vertrap en knak en kneus,
maar wat een kruidige geuren
Stel dat over enkele uren
en toch blijven de klaprozen zwart,
niet slechts in hun hart,
de grassen worden niet groen
van deze: dat over enkele uren
de zon bloedmooi op zal komen,
bijna gelijk met het zoemen
boven de wei met paaseirode bloemen,
meer dan een half mensenleven
voordoet in het voorjaar.
Alsof het altijd al zo was.
of aan de hand is. Niets,
Het gedicht ‘Grieks Pasen’ maakt deel uit van een afdeling met nieuwe poëzie in Huub Beurskens' hybride essaybundel De school aan zee die komend najaar zal verschijnen bij uitgeverij Vantilt.