De Nieuwe Gids. Jaargang 9(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 418] [p. 418] Zonden-val, door J.H. van Wedelove. Eén bladertje ritselt flus in den Tuin Aan den Boom, die slap van zwadder-venijn Zijn welk blaadren-kleed, blauw-groen als ajuin- Loof verweegt even, ontdekkend een luim Van Satan, die kruipt om den stam, de slang Rekt uit zijn prikkel-oog-kop, wijl zijn tong Fel lispelt één woord in Eva's verlang, Waarom slaat schaamte niet luider de gong? En Adam in slaap ziet zijn ribbestuk Tot 'n mensch geformeerd, die zijn godsgedaant' Blozend bedekt, achteruit het Geluk In droom-verleên, en springt op met een schrik, Ziet den appel stuk lekke' in Eva's hand En den Dood, die tintelt in de oogen-blik. Vorige