iets zeer hoogs, door die verrukkelijke hand van breed, vast en gevoelig doen, opwerkend het geziene tot een geheel van meesterlijk makelij. Ik denk aan zulke aquarellen, gelijk nog op deze laatste expositie van de Hollandsche Teeken-maatschappij Bosboom, zeer ziek reeds, zelf gestuurd had, als een waardig afscheid van zijn onverzwakte kunst, - aan heel een heerlijke kunstbeschouwing van Bosbooms teekeningen door hem in Arti eens, nu licht al acht jaar geleden, gegeven, - aan zijn rijke serie fantasien op gegevens in het hofje van Nieuwkoop genomen, - aan zulk een enorm doorwerkte aquarel als de Bossche Kerk bij Mevrouw J. te Amsterdam, - aan een groote O.-I. teekening, die vier jaar geleden in den Haag op de Etsclub was, en die ik mij herinner als een wonder van statigen eenvoud, - aan de drie teekeningen die nu deze maand op de Haagsche zwart-en-wit-expositie prijkten, - aan het gezicht in zijn atelier, en het Choor der Groote Kerk te 's Gravenhage, zooals men die gereproduceerd vindt in Vosmaers Hedendaagsche schilders, - aan een heerlijke schets van de Kloosterpoort te Boksmeer en aan de Groote Kerk te Gouda, die tusschen den tekst zijn weergegeven in de eerste afleveringen van Berckenhoffs thans verschijnende uitgave, - aan vele zulke die men zoo gaarne verzameld zou zien in een tentoonstelling van Bosbooms beste werk, waar men bewonderend staan zou voor een schat van schoons.
Pulchi of Arti, wie zal het eerst zulk een tentoonstelling maken,
Bosbooms kunst heeft aan den eenen kant nimmer de massa afgeschrikt, is aan den anderen kant ook niet voorop gesteld door eenige luidruchtige mode, en dit beide omdat zijn kunst van grooten diepgang in het uiterlijke nimmer geweest is zeer excessief. Zij was dat evenmin als het de aanblik is onzer waardige Oud-Hollandsche gebouwen voor welke hij in bewondering leefde, om het karakter van rustigen welstand in het wel hechten harer schilderachtige deelen.
Want hij hield van het ruime blonde licht, waar dat het grijsbruin gebeeldhouwde houtwerk van banken en lambri-