vastheid stuttend groote massaas van steen. Toen kwamen uit de diepte twee torens, die drongen diep-hoog in de verre lucht als pijlers gezonden naar de sterren door de aarde in haren overmoed. Dan volgen als een vuurwerk van buiten snel de een na de andere de torentjes, die gaan staan als koorknapen om een bisschop. En rosetten en bloemen van steen bloeien op als uitspreidende rozen langs de muren tusschen de torens, boven de beelden der heiligen, steenen schildwachten van het heilig der heiligen.
't Is een harmonieënspel van lijnen, bogen, zuilen en torens, vormend een groot orkest van steen. Het andante der kolommen schrijdt statig voort onder de trillers en scherzo's van welfberen en torentjes, waarboven het hooge crescendo der twee groote torens gaat rijzen. Daarnaast klinken de geometrische harmonieën in overeenstemming met godsdienstige herinneringsbeelden; zeven in getal, omronden de octogonen der kapellen het koor. Vier en vier staan de kolommen in den grond, terwijl de driehoeken zigzaggen of buigen in spitsende bogen. Het is een spelen van getallen met drie en vier tot wortels, als de hoeksteenen voor honderdvoudige combinaties.
Blijde slaat de oude Rijn met zijn wateren tegen de oevers en zwart lichtend schommelt hij in zijne diepte het gouden gevaarte. En mannen met hamers en beitels uit verre landen kwamen aan op de roepstem van meester Gerhard. En het was een gerinkel en kloppen van steenen, een spannen van touwen, een hijschen en bengelen van rotsblokken, een wentelen van boomen, een zagen van houten, en een klinken van ijzeren staven; en een bukken en heffen van schouders, een grijpen van handen, een roepen van bevelen en vragen en een hijgen van borsten en een dauw-glinsteren van zweetende voorhoofden.
En de steenen leefden op en groeiden tot een godshuis dat zou galmen van het Hosiannah der aardsche tijden. Dan komen de maagden van St. Ursula in wit lichtende gewaden terug naar de aarde om te zien de triomphen van hun geloof en zij zingen de liederen die zij zongen in eeuwig-