Varia.
Zola, gedekoreerd en akademielid.
Ik heb in den Figaro twee merkwaardige berichten gelezen, en wel, dat Zola gedekoreerd is en zich nu kandidaat stelt voor het lidmaatschap der Académie Française. Ik wil trachten dit verrassend geval te appreciëeren en te verklaren.
Als ik rond-uit mag spreken, dan moet ik zeggen, dat ik een dekoratie op de borst van een groot schrijver, een hoon, minstens een spot, en in elk geval iets onmogelijks vind. Ik vind et zoo iets als een monocle in het oog van een leeuw, als een Venus-van-Milo, die men oorbelletjes zoû aandoen, als een met een kappers-advertentie beschilderde piramide.
De tijd is lang voorbij, dat de literatuur zich vereerd achtte, indien zij de kamerknecht of de avond-opvroolijker van een koning of keizer mocht zijn, of indien de een of andere prins haar, in den persoon van een dichter, in zijn gevolg opnam, als een luxe-artikel, een soort van geestelijke maitres. Een dekoratie, dat is ‘un crachat de roi’, en nu mogen generaal en geleerden nog steeds met graâgte hun borsten ophouden om er die blinkende fluimen op te ontvangen, de literatuur daarentegen zoû zich, al stonden alle keizers, koningen en republiek-prezidenten al smeekend achter haar, nog niet moeten verwaardigen hún op de borst te spuwen.
Of nu Frankrijk al een republiek is en daardoor de gift eener dekoratie meer het karakter eener hulde der natie dan dat van een persoonlijke vorstengunst heeft, dit neemt niet weg, dat, naar mijne meening, de literatuur zich onmogelijk kan laten welgevallen, dat men haar smukt met gelijksoortige