De Nieuwe Gids. Jaargang 2(1887)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] Herfst. En in de lucht des vochten uchtends hangen De laatste dunne blaad'ren van het jaar, Als in het zwarte takkennet gevangen, Met fijnen glans van kleuren naast elkaar. Zoo louterde de pracht zich van den langen En luiden lichttijd en de breede schaar Van groengedoschte boomen, tot die bange En teere lichtkleur van het late jaar. Die blaadren schenen mij een vreemd gezicht Van schoone zielen uit veel enge pijn En godgelijk genot alhaast gevlucht. Hun laatste middag komt met zomerschijn Van gouden stralen uit de hooge lucht En drupplen tintlend in het laatste licht. Vorige Volgende