uiteen te zetten, zonder daarmede een bewijs van onze instemming te geven. De lezers moeten zelf oordeelen.
Het is mogelijk, dat onze goede bedoeling, zooals dat meestal gaat, verkeerd zal worden uitgelegd, het zij zoo. Maar wij zijn er van overtuigd, dat zeer velen in den lande ons voorbeeld zullen volgen, ieder op zijn eigen terrein.
Wanneer het geheele Nederlandsche volk met ons eischen zou van degenen, die wel tot daden in staat zijn: Staakt U politieke spel, het is nu bittere ernst geworden, want het gaat om een behoorlijke hap eten, kleeding, onderdak, levensgeluk van vele honderd duizenden landgenooten, het gaat hier om het staan of vallen van onze cultuur.... dan weten wij, dat binnen een jaar reeds een zeer belangrijke verbetering zou zijn ingetreden.
Hiervoor zullen inderdaad van ons allen groote offers worden geeischt. Maar wanneer wij in blinde zelfzucht blijven afwachten, zonder iets te doen, dan zullen deze offers láter door ons moeten worden gebracht. Mogelijk in twee- of drie dubbele mate. Dan zullen de omstandigheden ze van ons afdwingen.
En dit zijn nog slechts praktische overwegingen. Er zijn nog andere, waarover altijd veel wordt gesproken en geschreven, wanneer dit te pas komt, maar die in onze tegenwoordige, uiterst gecompliceerde maatschappij, niet zoo bijzonder hoog meer staan aangeschreven, zooals burgerzin en naastenliefde.
En toch, zonder deze twee is ieder plan overbodig en iedere oplosing onmogelijk. Met saamhoorigheidsgevoel kan zelfs een middelmatig plan succes hebben, maar politieke tweespalt zal het allerbeste doen mislukken.
Oude en jonge getrouwen van de Nieuwe Gids, leest hetgeen wij U met dit Januari-nummer bieden.
Wij hopen en verwachten, dat het U zal brengen tot nadenken en nog meer tot daden. Gij zijt een deel van de publieke opinie en wees U er van bewust, dat juist degenen, die remmend werken voor het vinden van een goede oplossing kruipen voor het oordeel van deze publieke opinie.
Dringt aan op spoed!
Eischt daden!
H.C. Schmitz.