56 jaar oud. Maar niemand zou men minder haar jaren aanzeggen; zij leek een tijdelooze geest, die toevallig op deze aarde terecht is gekomen en het aardsche leven leeft, ja, en zelfs trouwde en een zoon heeft gekregen: Anne Jules de Noailles en die toch aldoor den indruk maakte niet reëel te zijn, maar buiten tijd en ruimte een oneigenlijk leven te leven, een bestaan, waarin zij zich meer thuis gevoelde dan in de gewone wereld, waar alles haar verwondering baarde en alles haar, tot het einde toe, niet raakte tot in haar diepste wezen.
Niets van haarzelf of van haar omgeving was ‘gewoon.’ In heel Parijs bestond geen appartement, dat ook maar eenigszins leek op dat, hetwelk door madame de Noailles werd bewoond. En geen enkele chaise longue had ook maar eenige overeenkomst met die van madame de Noailles, die zijzelve, wegens de warme donzigheid van dekkleeden en kussens, ‘le bain turc’ placht te noemen.
Mevrouw de Noailles had altijd een verschrikkelijken angst voor brand. En zoo had zij een reddingsinstallatie laten vervaardigen, een soort van buitenshuize lift, die bevestigd was aan een der balcons en door middel van katrollen en stalen koorden op en neer gehaald kon worden. De butler, of laten we hier zeggen le maître d'hôtel, was evenals alles wat tot het milieu van de Comtesse de Noailles behoorde een pittoresk persoon, aan wien zich allerlei legenden vastknoopten. Hij was een mengeling van tegelijk de uiterste correctheid en de gemoedelijkste familiariteit. Hij kon verrukkelijke caramels maken, abrikozenkoekjes en oranjebloesem-pastilles. Men vertelt, dat hij eens Barrès, die zooveel van de abrikozenkoekjes hield, de schaal presenteerde en glimlachend zei:
- Kom, meneer Barrès, neemt u er nog een paar. Ik zal het niet aan madame la Comtesse verklappen.
Deze maître d'hôtel benutte de buitenlift om daarmee naar beneden te komen als hij 's morgens boodschappen ging doen, en de menschen, die op de verschillende étages woonden, werden dan verrast door het voorbijkomen van den statigen mijnheer, die plotseling in het kader van een hunner ramen verscheen...
Van den Comte de Noailles zegt men:
Il n'existait pas de gentilhomme plus élégant, plus fin, de silhouette plus aristocratique. En daarom verwonderde heel Parijs er zich over en kon het niet begrijpen, dat hij socialist was.