hij zich vast in eigen voldoening en omdat er nu eenmaal beweging moet zijn, laat hij zijn ziel toevloeien naar God, als de eenige uitweg, waardoor rust wordt verkregen.
Hem was het niet te doen om mooi te schrijven. Hij had iets te zeggen, wilde het zeggen met kracht en geweld en de volheid zijner innerlijke overtuiging schonk hem de gave van het gebruik der volkstaal op een tijdstip, dat deze nog was geminacht door schrijvers en geleerden, die alleen het Latijn als voertuig gebruikten. Zijn vurig temperament moest zich uiten in de jonge volkstaal, vergroeid met zijn wezen en onbekommerd hanteerde hij het vormlooze idioom van zijn streek en bouwde er onbewust een werk van, dat de eeuwen heeft overleefd. Zoo was hij niet alleen de groote mysticus, maar werd hij ook de grondlegger van het Nederlandsch proza.
***
Schrijven is een bedaard, geconcentreerd neerzetten van de door een menschenhoofd gaande gedachten. Het moet een concentratie zijn of een keuze. Wanneer ik maar klakkeloos neerschrijf, wat mij in het hoofd komt, verval ik in schreeuwen. Dan zou het beter zijn in werkelijkheid te gaan schreeuwen, dan met inktregels, die gevoelens weer te geven.
De diep ingrijpende concentratie der menschelijke gedachte of van het menschelijk voelen kan worden geuit op papier, op doek, in staal, in hout, in steen en zoo krijgen wij in den kring van het begrip kunst, woordkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst enz. Het scherp begrensde in een werk van woordkunst toont dadelijk den meester. Een stuk muziek roert, wanneer het ver in de ziel grijpt.
Nu in de laatste vijfentwintig jaren het aantal schrijvers zóó zeer is toegenomen en de productie van het bedrukt papier zóó sterk is gestegen, heeft de geconcentreerde gedachte, de volzin, die het doet, een grootere waarde dan voorheen. Meer en meer zullen de menschen uit zelfbeheersching gedwongen zijn het overtollige ongelezen te laten.
Iemand die iets beweert, moet een waarheid verkondigen, die hij op goede gronden veronderstelt op die manier nog niet te zijn gezegd. Wanneer deze waarheid iets bijdraagt tot den rijkdom