De Nieuwe Gids. Jaargang 49

[p. 182]

Klinkdicht door H.S.M. van Wickevoort Crommelin

Aan N. Bastert bij zijn 80sten verjaardag, 7 Jan. '34.

Heil, die door het penseel Geluk uit Schoonheid bracht,
Die de Natuur, als zij het lokkend licht verbeidde,
Of, vóor de avondrust, haar gulden schatten spreidde,
Siddrend bespied heeft, vol bekoring van haar macht

In oeverweelde, lentebloei en stille pracht
Van tuin en akker; in verrukking zich vermeide
Daar waar een wilgenlaantje 't teere loover spreidde
Naar 't blauw, waar blij en rein het glanzend licht uit lacht,

Waar bruin en brons geboomt', hoog tot der wolken tocht
- Blank zeil langs blauwe baan - zijn statig spiegelbeeld
In onbewusten trots in 't roerloos water zocht.

Gij hebt, o Kunstenaar! de Vecht ons gepenseeld,
Ons leeren zien, zooals ons oog het niet vermocht
En 't heerlijk land voorgoed in 't hart ons afgebeeld!