De Nieuwe Gids. Jaargang 48(1933)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] V door Hein Boeken. De vooglen vliegen hoopvol naar het Zuiden. De vorst ontvliedend, volgen ze op hun vlucht Niet maar alleen hun ingeschapen zucht, Maar ook den vóór-man, leider van zijn luiden, Die weet zoo wèl dat volkjen te beduiden Hoe men het veiligst voortvaart door de lucht. Zoo vormt een vlugge V dees vogelvlucht De bolle baren klievend van de buien. Hen zag ik, veilig liggend op den vloer Bij 't haardvuur, mee-ziend met de teedere oogen Van haar, die 'k wist dat alle wijsheid had, Mijn Moeder, op wier stem ik medevoer De wereld overziend van uit den hoogen, Den zomer zoekend uit mijn winterstad. 5 Dec. 1932. Vorige Volgende