tierenden Mensch, die achterbleef in den ramp der vreeslijke overstrooming, zichzelf en zijn naaste en zag in hope en beven uit naar den begenadigden Noach, die behoed werd voor het ergste..... omdat hij 'n bijzonder, 'n beroemd, 'n groot, 'n slim, 'n geniaal man was? Neen, dat alles had 'm misschien juist ten verderve gevoerd. Hij werd gered, omdat hij, volwassen, kìnd bleef, 'n hart van goud en in al z'n domheid de wijsheid had: het groote vertrouwen in de onzichtbare leiding. Dat deed hem uitverkoren zijn boven allen! En hij ging op zijn ark met..... de dieren.
En we zagen op 't tooneel de vertooning van 'n dieren-maskerade door acteurs en...... men schoot nièt in den lach. Men luisterde en zag toe en was ontroerd. Niets dèèd het hem zoo in de zaal als Noach in kinderlijk vertrouwen alleen met z'n God en zijn gepraat met de dieren. Het overige (het dartelen en ook wel woeden van Sem, Sella, Cham, Noëma, Japhet, Ada) was bijzaak, kon desnoods gemist worden. Ook het lot van ‘Mama Noach’, hoe teedertjes dat ook belicht werd, raakte ons weinig. Om de onomwondenste simpelheid ging het. Noach, de eenvoudige, ongeleerde boer, sprak met zijn schepper en de wijdte der aarde ging voor ons open en de winden bliezen hun sterkenden adem en de hemel koepelde zich boven ons en wij allen waren bloemen in de velden der oneindigheid. En Noach speelde met zijn dieren en wij wisten van geen tooneel meer en acteurs en coulissen, waren één met die heiligheid en dachten: ‘duurde 't zoo maar héél 'n avond!’
Voor 'n deel dééd 't dat gelukkig. Maar waarom niet 'n heel seizòèn? Wanneer men dit meemaakte, gaat men twijfelen, of 't tooneel heusch zoo commercieel behoeft te zijn, als 't dikwijls is. Eèn Noach voer over de wateren en bleef boven (het aantal voorstellingen was voldoende en het zaal-succes enorm). Als er méér zulke Noach's opstonden, zouden ze niet triomfeeren over de weifelenden en vreesachtigen, die een eenvoud als die der dieren niet ten planke durven brengen en daarom het zelden verheffende beestenspel van naar den afgrond nijgende menschen vertoonen? Komen de wateren van de mislukking over hen, wat blijft hun voor troost? Terwijl de Noach's altijd de voldoening smaken van gedaan te hebben wat hun werd ingegeven. En daardoor blijven ze in elk geval drijvende op het vlot van hun roem. Wat vooral Noach's 'n zoete winste is, kinderlijk als ze zijn. Doch den kinderen is het Koninkrijk der hemelen.