Rust en vrede kenmerken ook in hooge mate van Welie's schilderstukken. In zijn smaakvolle Haagsche atelier heb ik het, kortgeleden, op een troosteloos-somberen winter-zondagmiddag rijkelijk kunnen ervaren: het edele peinzende hoofd van den, in smetteloos wit gekleeden, paus Pius den tienden, om wien nog de machtige stilte van het Vatikaan scheen te zweven. Iets verder tegen den wand hing de beeltenis van de Italiaansche zangeres Gemma Bellincioni, en op een standaard, in het midden der zaal, stond de typisch-joodsche figuur van professor Tilanus, ten voeten uit. Ik noem slechts deze drie. Schijnbaar tegenstellingen. Maar alle denkbare contrasten waren opgelost in die diepe rust, welke van Welie's werken alle gelijkelijk kenmerkt en hen tot ééne wijde harmonie doet zijn.
Ik zou nog véél willen verhalen over den artist van Welie en over den mènsch van Welie, maar hoe vleiend de verleiding ook is, in dit artikel - de titel beloofde het reeds - dient van Welie zèlf aan het woord te komen over eene andere. Over H.M. de Koningin, die ten bate van de noodlijdende kunstschilders in huize Kleykamp te den Haag de stukken exposeerde, die zij in de pittoreske omgeving van het Loo of temidden van het grootsche gletscherlandschap zèlve schiep.
- Wat mij, begon van Welie, in het schilderwerk van de Koningin in de allereerste plaats zoo hevig gefrappeerd heeft is de niet te loochenen artisticiteit. Laat ik volkomen eerlijk zijn: Ik ging naar de tentoonstelling toe met, ik zal niet zeggen in het gehéél geene verwachting, maar toch in ieder geval in geenen deele met eene overdreven voorstelling. En ik nam mij onderweg reeds voor om, als het werk van de Koningin, die mij om velerlei redenen buitengewoon sympathiek is en wier spontane daad, om den in kommer verkeerenden artisten op deze manier de helpende hand te reiken, toch alle recht heeft op volle en onverdeelde appreciatie, mij zéér tegenvallen zou, te zwijgen en vooràl geen woorden van ongemeende waardeering te spreken.
- De collectie, en het is mij eene vreugde het te kunnen zeggen, is mij eene openbaring geworden. O zeker, er zijn technische onvolkomenheden aan te wijzen. Hoe kàn het ook anders? Niet altijd is bereikt datgene, wat men voelt, dat de koninklijke kunstenares bedoeld heeft te geven. Maar daarnaast staat schit-