Bibliographie.
J.J. Poortman: Tweeërlei Subjectiviteit. Ontwerp eener ‘centrale philosophie’. - Haarlem, H.D. Tjeenk Willink en Zoon (1929).
De schrijver doet zoowel de negatieve als de positieve strekking van zijn uitvoerig boek van meet af aan duidelijk uitkomen.
De negatieve strekking is de afbraak van Heyman's zg. psychisch monisme, p. VII vlg. En die kritiek, merkwaardig genoeg, juist door een leerling van den bekenden hoogleeraar geoefend, t.p., is, over 't algemeen genomen, raak.
De positieve strekking is om, één ‘suprasubject’ p. 13 f.f. en vele ‘infrasubjecten’, waartoe de sterfelijke menschen behooren, p. 6, poneerende, te komen tot eene ‘centrale philosophie’. Hierbij is de jeugdige auteur sterk door Kant geïnspireerd, p. 3 f.f.
Wat het raadselachtige ‘suprasubject’ betreft, begeeft de schrijver zich op een terrein, waarop het denken, strikt genomen, niets vermag uit te richten, en met hetgeen hij dienaangaande uiteenzet komt hij dan ook niet verder dan zijn voorgangers.
Ook laat de auteur zich te veel beïnvloeden door Kant's niet streng genoeg te veroordeelen denkperversie, al ziet hij - en dat is geen geringe verdienste - zeer goed in, dat Kant's standpunt - juister gezegd zweefpunt - onhoudbaar is, p. 533 f.f.
De heer Poortman behandelt in zijn werk allerlei psychologische onderwerpen en daarin ligt zijn eigenlijke kracht.
Zeer opmerkelijk o.m. is het, dat hij de aloude gedachte, dat de ziel ‘als uit een fijner stof bestaande opgevat kan worden’, voor niet onaannemelijk verklaart en daarbij ook naar het ‘System des religiösen Materialismus’ van H. Thoden van Velzen verwijst, p. 309.
Evenzeer verdienstelijk is het dat hij met de zg. psychical research of, zooals nu het lievelingswoord luidt, de parapsychologie, rekening houdt, vgl. inzonderheid wat hij over de ‘telepathie’ en de theorie van Heymans dienaangaande in het midden brengt, p. 243 vlgg.
Alles tezamen genomen, kunnen wij dit werk van J.J. Poort-