De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 456] [p. 456] Boomen door Hélène Swarth. I. De boomen droomen. De boomen droomen, peinzende oude wijzen, Terwijl de wind aan de overrijpe stenglen De donkre blaadren wentlen doet en benglen En preevlend neuriet welbekende wijzen. De wolken zweven, blankgevleugelde englen, Die, langgelokt, in waaiend sneeuwwit, wijzen Naar Hemelland, vol blauwe paradijzen, Waar zielen, blij, bevrijd, elkaar omstrenglen. Hoe zoekt mijn ziel naar vrede, o Woud van weemoed! In 't rouwlied-ruischen van uw leege lanen, Dat stemt mij droever dan de klacht der zee doet, Die 'k bang ontvlood? - O liever laat mij wanen: - Dat Land bestaat, waar géen de ziel meer leed doet, O wolken! englen blank van aardetranen! [pagina 457] [p. 457] II. Gevelde kastanjelaren. De voeten sleepte ik loom door 't ritslend goud Van doodgewijde neergewaaide blâren En smeekte 't bosch, de droefheid te bedaren, Die me in haar mazen wreed gevangen houdt. Maar 'k zag geveld de rij kastanjelaren - 'k Zeeg op een stam neer, streelde 't wonde hout. Waarom die éene laan in 't weidsche woud, Mijn trouw verlangen, áltoos nog doorwaren? O lieve boomen, wie ik vrede vroeg. Om zóoveel troost van schoonheid, mij gegeven Van d' eersten knop vol zwellend lenteleven Tot de ijle goudpraal, die uw herfst nog droeg, Die droomen liet en liedjes nederzweven, O lieve boomen, dankte ik u genoeg? [pagina 458] [p. 458] III. Lenteboomen. Die linde breidt een breed herbergzaam dak. Kastanje en den, moskee en minaret. Die blanke meidoorn lijkt een bruidsboeket, Die spar, een toren, hoog in 't veldenvlak, Die populier, een kluiznaar, in gebed, Ten blanken hemel heffend tak bij tak. Doch zijn mij 't liefst die eiken, jong, nog zwak, Wier klagend ruischen vraagt of géen hen redt, Wijl de avondwind gaat spelen voor orkaan. Als noodsignalen zwaait hun tengre kracht De smeekende armen, zwaar van bladervracht. Maar wind verkalmt - zou die hun klacht verstaan? Blaast enkel 't loof naar éene zij - Dan vlagt Met zwarte wimpels héel de schemerlaan. Vorige Volgende