Willem Kloos.
Bij de huldiging van een zeventigjarige zien wij uitteraard naar het verleden en niet naar de toekomst. En wie als bijna even-ouder van den jarige zijn opkomst heeft meebeleefd, herinnert zich dankbaar den storm, dien hij in de jaren 1880-1900 over ons land heeft doen waaien; zijn strijd voor Perk en diens dichtkunst; zijn eigen sterk en oorspronkelijk geluid in zijn sonnetten. Het waren hoornstooten, die onze ingeslapen Poezie wekten tot jong, opbruischend leven; het was een nieuw doorgloeien van onze taal tot de schakeering en echtheidsinnigheid, die zij bij Vondel geopenbaard had.
En wie zelf met tijdschriftredacties in zijn leven beslommerd is geweest, zal niet gering kunnen denken over het werk, in al de jaren van het bestaan van De Nieuwe Gids door Kloos daarin gelegd.
L. SIMONS.