De Nieuwe Gids. Jaargang 44(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 524] [p. 524] Tooverprins. Voor Willem Kloos De Schoonheid lag in tooverslaap verzonken, Verbeidend den bevrijder, die zou komen. Plots door de haag van doornstruweel en boomen Drong trotsch een blonde Prins - Haar lippen dronken Van zijne lippen 't leven weer, in droomen Beloofd. En vedel, luit en fluit weerklonken En vrouwen boden fruit en knapen schonken Weer purperwijn, in 't park vol roze-aromen. Toen gaf de Schoonheid lentegroene vanen Den Prins en zijn gevolg. 't Volk mocht hij wijzen Haar blank kasteel langs nieuwgebaande lanen En maken 't leven blij der, ruimer, lichter, Wijl hij die kwam was meer dan Prins: een Dichter, Die zingen mag in Schoonheids Paradijzen. HÉLÈNE SWARTH. Vorige Volgende