De Nieuwe Gids. Jaargang 43(1928)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Sonnetten van Hélène Swarth. I. Zij keilden hoonend, als bazalten blokken. Tot mij, die zong, roemzware dichternamen, Vol nijd en hoop, mijn zangmoed te beschamen - Maar ik stond pal, de zeewind in mijn lokken. - Ja, looft de grooten! 'k Zeg vol deemoed Amen! Maar door uw haat laat nooit ik mij verlokken Tot lamgeslagen machtloos zwijgend mokken. 'k Doorzie de list van wie mijn val beramen. Mijn eerbied heeft mijn mond niet waard bevonden, Den kleederzoom dier grooten vroom te kussen - Ik zing mijn lied gelijk de vogels fluiten. 'k Bouw van de steenen, die niet eens mij wondden, Een ronden muur, daar sta ik veilig tusschen. Wie ijdlijk werpt met namen blijft daarbuiten. [pagina 42] [p. 42] II. Zij laken streng mijn lied als ál te zoet, Niet fel gekruid met specerij van haat - 'k Heb uitgerukt de kiem van giftig zaad. Aleer ze een boom werd. 'k Heb mijn ziel gevoed Met reiner vrucht, de toornvlam om verraad Gebluscht met tranen heet als hartebloed. De wilde wervelstorm is uitgewoed, Die 't huis in puin sloeg. 'k Toog met kalm gelaat Naar 't woud, waar Mei met ál zijn vogels floot, Waar zong de wind, waar droomde 't avondrood. En 't was of God de hand legde op mijn hart, Mij weenen liet, maar haten mij verbood, Of, zaligheid-belovend, streelend vloot Zijn hemeladem rond mijn aardesmart. [pagina 43] [p. 43] III. Ik heb geworpen in mijn wintervuur Mijn laatsten lauwer en mijn laatsten palm. Zij vlammen goud en rood, omblauwd van walm, Die zal als wierook stijgen naar 't azuur. De dorre blaadren knettren - Moe en kalm Sta 'k bij den haard, kruis de armen stil en tuur. Was dit mijn buit van levens avontuur? En rest mij lelie, roos noch korenhalm? De storm versloeg de rozen in mijn tuin, Een bliksemflits lei de arme schuur in puin. Zelfs palm en lauwer voelde ik mij betwist. O teedre Heiland, die mijn liefde vroeg, Ik zie uw oogen door mijn tranenmist - Ben ik voor u nú eindlijk arm genoeg? Vorige Volgende