De Nieuwe Gids. Jaargang 35

[p. 93]

Speenhoff door Hein Boeken.

Voor toga, tunica of stool, om-zwaaien

De panden van een zwart-gekleede-jas

Naar de oude snit, die is wat ruim van pas,

De rijzige gestalt'. Van geen scharmaaien

Weten de handen, die bedachtzaam aaien,

Als waar' hij troubadour, zijn luite of bas,

Wekkend, als lach, die smoort, accoord of kras.

Nauw schudt hij 't hoofd, den haardosch, zwarten, fraaien,

Zijn geest, als wandel-gast, doorzwerft de wereld,

Deelt geen' belangen van één enklen stand,

Maar overal de dwarling, die daar dwarrelt,

Peilend met 't schiet-lood van zijn hel verstand,

Speurt, waar getreden 't menschelijk gemoed

Wordt door belang of domheids lompen voet.

20 Dec.