De Nieuwe Gids. Jaargang 35(1920)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Op de bloemmarkt in de kerstweek door Hein Boeken. Uit wouden sleept men 't pijn-loof in de stad Outaar en haard te sieren onder schouwen En kerk-gewelven, die de menschen bouwen Te bergen al wat is hun liefste schat: Hun God, hun Heiligen, die nederschouwen Liefdrijk op 't plekjen, waar als kind elk bad; Den disch, waar aanzat, wie elk 't liefst eens had, Na-galmen nog van de oude zangen bauwen. Zoo teelt men weder 't beeld van de' een'gen nacht, Toen englen-zangen in de heemlen zweefden. Help, God, wie deze nacht heeft vèr gebracht Van lieven, met wie ze eenmaal samen leefden. Hùn ruischen englen-zangen, wie zich wanen Weer thuis na 't waren op de eenzame banen. Vorige Volgende