wijding aan een dankbare taak, die zijn geest, zijn hart vulde, en het gescharrel, geploeter, gebedel en gekonkel van zoo velen in deze trieste en verwarde kunstenaarswereld. Ook in den engen kring der eigenlijke caricaturisten, in Holland altijd zoo schaarsch, kan men zijn loopbaan als een bij uitzondering volmaakte zien. Jan Holswilder en Ko Doncker stierven beide ongeveer op denzelfden leeftijd, maar de eerste had nog nauwelijks, in een twintigtal zwierige litho's zijn genialiteit van de-éénig-juiste zijde kunnen belichten; de ander, excentriek, grillig, kinderlijk, gaf een fantastisch-individueele kunst, waarvan de charme slechts ten volle kan worden genoten door wie er tevens de beperktheid van inzien, - gaf die kunst als verpoozing na veel onpersoonlijk virtuosen-werk. Beide waren slachtoffers der maatschappelijke toestanden, en Hahn, de groote kunstenaar-bestrijder van die toestanden, was dat nooit.
Hij heeft zich niet laten knechten door den noodzaak, te moeten werken met de allersoberste, armste middelen, die den kunstenaar ten dienste staan: zwarte drukinkt op grauw-wit krantenpapier. Hoe wist hij die middelen uit te buiten zonder ze te forceeren! Uit te buiten naar het krachtige, sober-grootsche toe, en toch ook naar het speelsche, vernuftige. De journalistiek van het vak, de noodzaak om op bepaalde elkaar dicht volgende tijden te produceeren, was hem geen beletsel om het monumentale te geven: het monu-mentale soms in een enkele afzonderlijke uiting; het monumentale in het gezamenlijke.
Om in het kort na te gaan, wat Hahn, dien wij, daar hij een strijder en spotter met de teekenpen was, een caricaturist zullen blijven noemen, gegeven heeft, moet ik zijn werk in eenige groepen van prenten verdeelen. De eerste groep zal dan zijn die sobere, krachtige, in hun krasse eenvoudige vindirig en stijlvolle uitwerking grootsche prenten, waartoe een groot deel van zijn Kuyperplaten, en zijn oorlogscomposities behooren. Zeldzaam gelukkige vondsten, met groote beheersching in de eenvoudigste taal gegeven: zijn machtigst en meest persoonlijk werk. Dan de geestige, scherpe, eenigszins methodische caricatuurkoppen, mede een creatie, die geheel zijn eigen verdienste is. Vervolgens het kleine werk: illustreer werk, zooals in het aardige Rembrandtboekje, waarin hij het prachtig anemisch-ethisch meisjes-type creëerde, zooals hij ook