De Nieuwe Gids. Jaargang 33(1918)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 828] [p. 828] De vredes-bloem door Hein Boeken. Aan den Hr. en Mevr. K.A. Voor bloemen dank ik en den zang der Zee. 't Waar tijd nu dat de groote Bloem der Vree Eindlijk ontlook op al dit menschen-wee. Op blaadren, bloemen dood ontbloeit weer de aarde, Maar die bewonen deze ontbloeide gaarde Gunnen malkandren niet de levens-steê. Onveil'g is 't land, onveilger de zee, Door beesten niet, maar door der menschen geest, Die hel maakt wat mocht wezen 's levens feest. De fijnste geesten menglen hunne krachten En wetten ze dat ze iets te voorschijn brachten Dat scherpst den doodelijken scheut vermag. Zwijmt hierbij niet (sidd'rend verbleekt de dag Nu 'k spreek) al wat tot 's vredes werken bouwde Het zwoegend menschdom, 't in al kunst vergrauwde? O konden zich al menschen-krachten huwen Tot vreed'gen arbeid, 't Leven te vernuwen Tot vreedgen wedstrijd, wordren vredesbond Die vredes-keetnen om al't menschdom wond. 21 April. Vorige Volgende